De zaak in het kort
In een rechtszaak bij de rechtbank Amsterdam hebben de eigenaren van een appartement in een bedrijfscomplex, aangeduid als [verzoekers], een verzoek ingediend om besluiten van de Vereniging van Eigenaars (VvE) te vernietigen die betrekking hebben op de financiële verantwoordelijkheid voor een aanbouw. [verzoekers] stellen dat de aanbouw niet tot de gemeenschappelijke delen behoort en dat de kosten voor de reparatie van de dakbedekking ten onrechte door de VvE zijn gedragen. De VvE en de andere eigenaren, aangeduid als [belanghebbenden], zijn van mening dat de aanbouw wel tot de gemeenschappelijke delen behoort.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een verzoekschrift van [verzoekers], ingediend op 19 november 2024, waarin zij de vernietiging of nietigverklaring van de VvE-besluiten van 21 oktober 2024 vroegen. Deze besluiten hadden betrekking op de bekostiging van reparatiewerkzaamheden aan het dak van een aanbouw, die volgens [verzoekers] niet tot de gemeenschappelijke delen van het gebouw behoort. De VvE en [belanghebbenden] dienden een verweerschrift in en betoogden dat de aanbouw wel tot de gemeenschappelijke gedeelten behoort, zoals blijkt uit de splitsingsakte en de daarbij behorende tekening.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 maart 2025 lichtten beide partijen hun standpunten toe. [verzoekers] betoogden dat de wijzigingsakte uit 1994 en de daarbij behorende tekening duidelijk maken dat de aanbouw niet tot de gemeenschappelijke gedeelten behoort. [belanghebbenden] voerden aan dat de tekening in de wijzigingsakte niet doorslaggevend is en dat de aanbouw wel degelijk onderdeel is van de gemeenschappelijke gedeelten.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelde of de besluiten van de VvE in strijd waren met de wet of de statuten, wat een grond voor nietigverklaring of vernietiging kan zijn. Bij de beoordeling van de vraag of de aanbouw tot de gemeenschappelijke gedeelten behoort, werd gekeken naar de splitsingsakte en de wijzigingsakte, en hoe deze documenten moeten worden geïnterpreteerd volgens objectieve maatstaven.
De rechtbank oordeelde dat de aanbouw tot de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw behoort. De aanbouw is duurzaam met de grond verenigd en vormt een integraal onderdeel van het hoofdgebouw. Er zijn geen duidelijke aanwijzingen dat de aanbouw uit de gemeenschappelijke gedeelten is verwijderd. De omschrijving van het appartementsrecht in de wijzigingsakte is niet gewijzigd, en de tekening bij de wijzigingsakte heeft geen doorslaggevende betekenis.
Wat betreft de reparatiewerkzaamheden aan de dakbedekking van de aanbouw, stelde de rechtbank vast dat [belanghebbenden] voorafgaand aan de werkzaamheden hebben geprobeerd overeenstemming te bereiken met [verzoekers] over het verhelpen van de lekkage. Vanwege spoedeisende omstandigheden door hevige regenval, waren de reparatiewerkzaamheden noodzakelijk. De VvE heeft daarom redelijk kunnen besluiten om de kosten voor de reparatie voor rekening van de VvE te laten komen. [belanghebbenden] erkenden wel dat het beter was geweest [verzoekers] direct op de hoogte te brengen van de opdracht en de kosten, waarvoor zij hun excuses aanboden.
De rechtbank wees het verzoek van [verzoekers] om de besluiten van de VvE te vernietigen of nietig te verklaren af. Ook het verzoek om te verklaren dat geen andere besluiten zijn genomen tijdens de VvE-vergadering van 21 oktober 2024 werd afgewezen, omdat [verzoekers] geen redelijk belang bij deze verklaring hadden aangetoond.
Ten slotte veroordeelde de rechtbank [verzoekers] in de proceskosten van de VvE, begroot op € 609,50, inclusief nakosten. De uitspraak is op 9 april 2025 openbaar uitgesproken door de kantonrechter mr. M.W. van der Veen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.
