De zaak in het kort
De rechtbank Amsterdam heeft een uitspraak gedaan in een civiele zaak waarin de exploitant van een supermarkt in Amstelveen, aangeduid als [gedaagde], betrokken is. De zaak betreft een conflict tussen Reijckeroordt II B.V. als verhuurder en [gedaagde] als huurder van een bedrijfsruimte. Reijckeroordt vorderde voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte vanwege huurachterstand en vermeende schade veroorzaakt door een koelcel in de supermarkt. De rechtbank oordeelde dat de huurachterstand van ruim €7.200 moet worden voldaan, maar dat de huurder in het pand mag blijven omdat er onvoldoende bewijs is dat de koelcel verantwoordelijk is voor de vochtproblemen in het gebouw.
Het verloop van het proces en de feiten
Reijckeroordt is eigenaar van een bedrijfsappartement in Amstelveen dat sinds 2015 wordt verhuurd aan [gedaagde], die daarin een supermarkt exploiteert. In de supermarkt is een koelcel aanwezig die door [gedaagde] is geplaatst en gebruikt. In 2022 was er al een gerechtelijke uitspraak waarin [gedaagde] werd veroordeeld om een huurachterstand van €10.471,25 te betalen. Sinds 2023 heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het complex waarin de supermarkt zich bevindt, [gedaagde] erop gewezen dat de koelcel schade zou veroorzaken aan twee bovenliggende appartementen. De VvE eiste dat het gebruik van de koelcel zou worden gestaakt totdat deze adequaat geïsoleerd was.
Daarnaast had de eigenaresse van een van de bovenliggende appartementen, [adres 3], Reijckeroordt aangesproken op de schade. Reijckeroordt heeft vervolgens [gedaagde] aangesproken en gesommeerd het gebruik van de koelcel te staken, wat [gedaagde] ook deed. Een lekdetectierapport van de VvE werd niet in de procedure overlegd, maar Reijckeroordt stuurde het wel door naar de verzekeraar van [gedaagde]. Deze verzekeraar liet een expertisebureau de schade onderzoeken en vergoedde de schade aan de bewoners boven de supermarkt. Echter, het bureau had geen rapport over de oorzaak van de schade verstrekt.
Ondertussen was er ook een procedure tussen [gedaagde] en de eigenaresse van [adres 3], waarin [gedaagde] werd bevolen de koelcel buiten gebruik te laten totdat deze correct geïsoleerd was. Een inspectie door de Keuringsdienst voor Wonen concludeerde echter dat de koelcel niet de oorzaak van de schade was, aangezien er geen vochtsporen waren waargenomen. De VvE heeft geen verdere onderzoeken laten uitvoeren.
Reijckeroordt vorderde uiteindelijk de voorwaardelijke ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de bedrijfsruimte, waarbij werd geëist dat [gedaagde] een onderzoek zou laten uitvoeren naar de koelcel en de eventuele schade die deze zou veroorzaken. Daarnaast eiste Reijckeroordt dat [gedaagde] de huurachterstand zou betalen.
[gedaagde] voerde verweer door te stellen dat de koelcel al een jaar buiten gebruik is en de vochtproblemen nog steeds bestaan, hetgeen impliceert dat de koelcel niet de oorzaak is. Bovendien is de huurachterstand niet zodanig hoog dat deze ontbinding van de huurovereenkomst zou rechtvaardigen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs is dat de koelcel verantwoordelijk is voor de vochtproblemen in het gebouw. De schadeverzekeraar van [gedaagde] heeft weliswaar een schadevergoeding uitgekeerd, maar er is geen rapport overhandigd dat een causaal verband aantoont tussen de koelcel en de vochtproblemen. Bovendien heeft de Keuringsdienst voor Wonen geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat de koelcel de oorzaak is van de schade, en de koelcel staat al een jaar uit terwijl de problemen bij de buren blijven bestaan.
De rechtbank vond het dan ook ongegrond om [gedaagde] te verplichten tot deelname aan een onderzoek waarvan zij de kosten zou moeten dragen. Het verzoek om de koelcel buiten gebruik te houden werd eveneens afgewezen, omdat er geen voldoende onderbouwing was voor een verband tussen de koelcel en de vochtproblemen.
Wat betreft de huurachterstand, oordeelde de rechtbank dat het bedrag van €7.223,51 moet worden voldaan, aangezien [gedaagde] niet heeft kunnen aantonen dat ze meer heeft betaald dan Reijckeroordt beweert. De hoogte van de huurachterstand was echter niet significant genoeg om ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen.
De vordering van Reijckeroordt inzake het verplichten tot het buiten gebruik houden van de koelcel werd daarom afgewezen. De rechtbank besloot dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten dragen, omdat beide gedeeltelijk ongelijk kregen.
Tot slot werd het vonnis uitvoerbaar verklaard bij voorraad, waardoor [gedaagde] de huurachterstand direct moet voldoen aan Reijckeroordt.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.