De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om [eiser], die een appartement heeft gekocht in een project dat ontwikkeld is door Amvest Development Real Estate B.V. Na de oplevering van het appartement ontdekte [eiser] meerdere lekkages die schade aanrichtten en het woongenot aanzienlijk verstoorden. [eiser] eist van Amvest een schadevergoeding voor gederfd woongenot, herstel van de lekkages, en een contractuele boete wegens de overschrijding van de oplevertermijn. Amvest erkent aansprakelijkheid voor de geleden schade maar betwist de gevorderde bedragen en de noodzaak tot afzonderlijk herstel van het appartement van [eiser].
Het verloop van het proces en de feiten
Het juridische conflict ontstond toen [eiser] eind juni 2021, enkele dagen na de oplevering van zijn appartement, werd geïnformeerd over een lekkage door zijn buren. In de daaropvolgende maanden bleek dat er meerdere lekkages waren, veroorzaakt door bouwfouten zoals een doorboorde vloerverwarmingsbuis. Ondanks herhaaldelijke meldingen en verzoeken aan Amvest en de onderaannemer, duurde het probleem voort. Ondertussen groeide de schade en verslechterde de leefomstandigheden in het appartement, met schimmelvorming als gevolg.
[eiser] startte juridische stappen tegen Amvest, waarbij meerdere producties werden aangeleverd ter ondersteuning van zijn claims. De kwestie verergerde door de discussie over de contractuele boete die volgens [eiser] ook verschuldigd was voor de periode waarin het appartement onbewoonbaar was door de lekkages. Ondanks een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst, waarin een boetebedrag was vastgesteld tot de opleveringsdatum, bleef [eiser] van mening dat Amvest nog verdere betalingen verschuldigd was.
Tijdens de mondelinge behandeling erkende Amvest de aansprakelijkheid voor de schade, maar betwistte zij de hoogte van de gevorderde bedragen en het verzoek voor afzonderlijk herstel. Volgens Amvest zou het uitvoeren van herstelwerkzaamheden aan alleen het appartement van [eiser] onevenredig hoge kosten met zich meebrengen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat Amvest aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade en legde een schadevergoeding op. Voor de periode dat het appartement onbewoonbaar was, van 26 juni 2021 tot 24 november 2021, werd een bedrag van € 70,00 per dag toegekend, op basis van de huurwaarde van het appartement. Voor de periode daarna, waarin [eiser] weliswaar in het appartement kon verblijven maar de woonkamer niet normaal kon gebruiken, kende de rechtbank een bedrag van € 50,00 per dag toe, tot het moment van volledig herstel.
De rechtbank verwierp het verweer van Amvest dat afzonderlijk herstel tot onredelijke kosten zou leiden, omdat Amvest onvoldoende bewijs leverde voor deze stelling. Amvest werd daarom veroordeeld om binnen 28 dagen deugdelijk herstel te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag, met een maximum van € 25.000,00.
De rechtbank wees de vordering van [eiser] voor een extra contractuele boete af, omdat de vaststellingsovereenkomst geen nieuwe rechten op boetes creëerde, maar alleen de reeds verschuldigde boetes vaststelde. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden echter wel toegewezen.
Amvest werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, inclusief nakosten. Al deze veroordelingen werden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Amvest deze moet uitvoeren, ook als er hoger beroep tegen het vonnis wordt ingesteld.
In samenvatting heeft de rechtbank de geleden schade erkend en een aanzienlijke schadevergoeding toegekend aan [eiser], en Amvest verplicht om de lekkages binnen een gestelde termijn te herstellen, onder dreiging van een dwangsom. De beslissing benadrukt het belang voor ontwikkelaars om adequaat en snel te reageren op gebreken in de opgeleverde woningen, vooral wanneer deze het woongenot van de bewoners ernstig aantasten.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.