De zaak in het kort
De rechtbank Amsterdam heeft op 16 april 2025 een vonnis gewezen in een geschil tussen een Vereniging van Eigenaars (VvE) en de beleggingsvennootschap Bakkerstaete B.V. De VvE vorderde een schadevergoeding wegens ongerechtvaardigde verrijking door Bakkerstaete. Het geschil betrof stroomkosten van een airconditioning in een door Bakkerstaete verhuurde kelder, die via de algemene stroomvoorziening van het gebouw was aangesloten. De rechtbank besloot om een deel van de gevorderde schadevergoeding toe te kennen aan de VvE.
Het verloop van het proces en de feiten
De VvE bestaat uit zeven leden die gezamenlijk tien appartementsrechten bezitten in een gebouw. Bakkerstaete B.V., een beleggingsvennootschap, heeft vier van deze rechten in bezit. Een van deze rechten betreft een kelder die Bakkerstaete verhuurt. De kelder werd eerst verhuurd aan een wijnhandel en later aan een bloemenzaak. Tijdens een inspectie ontdekte de VvE dat de stroom voor de airconditioning in de kelder werd geleverd via de algemene aansluiting van het gebouw, waarvoor de VvE de kosten droeg. De VvE berekende dat zij tussen 2007 en 2022 €59,240,90 had betaald aan stroomkosten voor de kelder.
De VvE diende een compensatievoorstel in bij Bakkerstaete, dat werd afgewezen. Na een algemene ledenvergadering besloot de VvE juridische stappen te ondernemen. De advocaat van de VvE stelde een rechtszaak in na herhaaldelijke pogingen om tot een schikking te komen met Bakkerstaete. Uiteindelijk vorderde de VvE een bedrag van €32,369,86. Bakkerstaete betwistte de vordering en stelde dat de VvE niet-ontvankelijk was of dat de vordering moest worden afgewezen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank besliste dat Bakkerstaete ongerechtvaardigd was verrijkt ten koste van de VvE. Het oordeel was dat Bakkerstaete de stroomkosten van de airconditioning ten onrechte had laten betalen door de VvE, terwijl zij zelf servicekosten in rekening bracht bij haar huurders. De rechtbank oordeelde dat Bakkerstaete geen rechtvaardigingsgrond had voor deze verrijking en dat het redelijk was dat de stroomkosten voor rekening van Bakkerstaete kwamen.
Verschillende verweren van Bakkerstaete, zoals rechtsverwerking en verjaring, werden verworpen. De rechtbank oordeelde dat de VvE pas in april 2022 bekend was geworden met de situatie en voortvarend had gehandeld. De verjaringstermijn was derhalve niet verstreken.
Hoewel Bakkerstaete aanvoerde dat haar aandeel in de VvE betekende dat zij al had bijgedragen aan de kosten, oordeelde de rechtbank dat de bekostiging van gemeenschappelijke kosten een interne aangelegenheid was. De rechtbank wees het standpunt van de hand dat de VvE zich tot de huurders van de kelder moest richten in plaats van Bakkerstaete.
De rechtbank schatte de schade op €23,333,51, gebaseerd op variabele stroomkosten en het aandeel van het stroomverbruik van de airco. Bakkerstaete werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 juni 2024. Ook de buitengerechtelijke incassokosten van €1,008,34 werden toegewezen. De gevorderde verklaring voor recht werd afgewezen, omdat de VvE geen belang meer had bij deze vordering na de toewijzing van de schadevergoeding.
De proceskosten werden grotendeels ten laste van Bakkerstaete gebracht, aangezien zij in het ongelijk was gesteld. Bakkerstaete moet de VvE €4,639,00 aan proceskosten betalen.
Samenvattend erkende de rechtbank de ongerechtvaardigde verrijking van Bakkerstaete en kende zij de VvE een gedeeltelijke schadevergoeding toe voor de onterecht betaalde stroomkosten van de airconditioning in de verhuurde kelder.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.