De zaak in het kort
In deze zaak oordeelde de rechtbank Amsterdam over een geschil tussen een verkoper en kopers van een woning. De kopers, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], hadden een koopcontract ondertekend voor de aankoop van een woning maar wilden de overeenkomst vernietigen op grond van dwaling. Zij stelden dat de verkoper, [eiser], belangrijke informatie over de staat van de fundering van het pand had achtergehouden en onjuiste mededelingen had gedaan. De rechtbank beoordeelde of er sprake was van dwaling als gevolg van een onjuiste mededeling of schending van de mededelingsplicht door de verkoper.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding op 23 juli 2024, waarin [eiser] de rechtbank verzocht om [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling van een boete wegens het niet nakomen van hun verplichtingen uit de koopovereenkomst. De rechtbank behandelde verschillende documenten en rapporten over de staat van de fundering van het pand, dat in een appartementengebouw uit 1889 stond.
De VvE van het gebouw had al eerder twijfels geuit over de fundering, en uit rapporten van Bouwburo Bollenstreek en Fugro bleek dat er sprake was van voortgaande verzakking en dat funderingsherstel op termijn onvermijdelijk zou zijn. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben tijdens de bezichtiging uitdrukkelijk gevraagd naar de staat van de fundering, waarop de verkopend makelaar antwoordde dat er geen funderingsproblemen waren. Echter, verschillende notulen van VvE-vergaderingen en technische rapporten waren niet tijdig en volledig met de kopers gedeeld.
De kopers ontdekten na de koop dat zij niet alle relevante informatie hadden ontvangen, onder andere het rapport van Fugro en VvE-notulen die wezen op funderingsproblemen. Toen de kopers om financiering vroegen bij de bank, werd hun aanvraag afgewezen, mede omdat de bank wel over de ontbrekende documenten beschikte.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat er sprake was van dwaling vanwege zowel onjuiste mededelingen als schending van de mededelingsplicht door de verkoper. De mededeling dat er geen funderingsproblemen waren, was onjuist, gezien de rapporten die wezen op toekomstige funderingsherstel. Bovendien had de verkoper de rapporten van Bollenstreek en Fugro en de VvE-notulen niet tijdig gedeeld met de kopers, wat een schending van de mededelingsplicht vormde.
De rechtbank stelde vast dat de kopers bij een juiste voorstelling van zaken de koopovereenkomst niet onder dezelfde voorwaarden zouden hebben gesloten. Daarom werd de koopovereenkomst vernietigbaar verklaard, en de buitengerechtelijke vernietigingsverklaring van de kopers had effect. De vorderingen van de verkoper werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de kopers.
Deze uitspraak benadrukt het belang van volledige transparantie en het delen van alle relevante informatie bij de verkoop van vastgoed, vooral wanneer er potentiële structurele problemen zijn. De zaak illustreert ook de gevolgen van het niet naleven van de mededelingsplicht en de impact van dwaling op vastgoedtransacties.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.