VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBAMS:2025:4671 VvE vorderingen afgewezen, medewerking vaststellingsovereenkomst toegewezen

by VvERechstpraak.nl
02/08/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze zaak speelt een geschil tussen een Vereniging van Eigenaars (VvE) en een groep gedaagden, waaronder [gedaagde] en de Stichting Administratiekantoor Four Kroost. De VvE heeft een vordering ingediend om door [gedaagde] aangebrachte wijzigingen in het gebouw ongedaan te maken, met name aan de gemeenschappelijke delen. [gedaagde] heeft hiertegen een tegenvordering ingediend, waarin zij de VvE vraagt bij te dragen in de kosten voor werkzaamheden aan de gemeenschappelijke achtergevel en medewerking te verlenen aan de uitvoering van een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst. De rechtbank heeft de vorderingen van de VvE grotendeels afgewezen, terwijl de tegenvordering van [gedaagde] tot medewerking aan de vaststellingsovereenkomst is toegewezen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrecht en strijdigheid met artikel 5:50 BW

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering niet-ontvankelijk na verkoop perceel

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering van VvE tegen buren niet-ontvankelijk verklaard

Het verloop van het proces en de feiten

De procedure begon met een dagvaarding van de VvE, waarin zij vroeg om voorlopige voorzieningen en herstel van wijzigingen die [gedaagde] zonder toestemming had aangebracht. De VvE stelde dat deze wijzigingen aan de gemeenschappelijke delen van het gebouw onrechtmatig waren. [gedaagde] had onder meer een bouwdeur geplaatst en gangmuren verplaatst zonder de vereiste toestemming van de VvE.

[gedaagde] c.s. stelde een tegenvordering in en vroeg de rechtbank om de VvE te verplichten te betalen voor eerder gemaakte kosten aan de gemeenschappelijke achtergevel en de VvE te dwingen mee te werken aan een vaststellingsovereenkomst die zij eerder hadden afgesloten. Deze overeenkomst voorzag in bepaalde wijzigingen aan het gebouw, waar de VvE volgens [gedaagde] aan had moeten meewerken. De VvE betwistte echter de geldigheid van deze overeenkomst en weigerde de kosten te vergoeden, onder andere omdat zij van mening was dat de werkzaamheden zonder toestemming waren uitgevoerd.

De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder een mondelinge behandeling en een descente, waarbij de rechtbank het gebouw ter plekke bekeek. Tijdens deze behandeling werden de feiten verder uitgewerkt en werden standpunten van beide partijen verduidelijkt. De VvE handhaafde haar standpunt dat de wijzigingen onrechtmatig waren en dat [gedaagde] geen aanspraak kon maken op medewerking van de VvE onder de vaststellingsovereenkomst.

De beslissing van de rechtbank

In haar oordeel stelde de rechtbank dat [gedaagde] het recht had om aanspraak te maken op de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst, omdat deze een kwalitatief recht betreft dat is overgegaan op [gedaagde] na de overdracht van het appartementsrecht van haar vader. De rechtbank vond dat [gedaagde] recht had op de wijzigingen die onder plan B werden voorgesteld, aangezien deze niet in strijd waren met de rechten van de VvE.

Wat betreft de vorderingen van de VvE om de wijzigingen ongedaan te maken, besloot de rechtbank dat de plaatsing van de bouwdeur op de tweede etage inderdaad moest worden verwijderd, omdat deze de toegang tot gemeenschappelijke delen van het gebouw beperkte. Echter, de rechtbank vond dat andere vorderingen van de VvE, zoals het terugplaatsen van muren en het wijzigen van deuren, niet konden worden toegewezen. De rechtbank overwoog dat deze wijzigingen onder de vaststellingsovereenkomst vielen en dat de VvE onvoldoende belang had bij het ongedaan maken van deze wijzigingen.

Bovendien wees de rechtbank de vorderingen van de VvE af om de kosten voor de wijzigingen terug te vorderen van [gedaagde]. De rechtbank stelde vast dat de VvE geen toestemming had gegeven voor de wijzigingen en dat de kosten niet noodzakelijk waren voor het onderhoud van gemeenschappelijke delen. Daarom zou [gedaagde] deze niet aan de VvE kunnen doorberekenen.

ADVERTISEMENT

De rechtbank gaf de VvE de opdracht om mee te werken aan de uitvoering van de vaststellingsovereenkomst, wat onder meer wijziging van de splitsingsakte omvatte om [gedaagde] de overloop van de vierde etage toe te kennen. Als de VvE niet binnen twee weken vrijwillig zou meewerken, zou het vonnis in de plaats treden van de benodigde medewerking.

De rechtbank besloot verder dat de proceskosten in conventie voor rekening van de VvE kwamen, omdat zij grotendeels in het ongelijk was gesteld. In reconventie werden de proceskosten voor rekening van [gedaagde] c.s. gebracht, omdat zij in dat deel van de procedure grotendeels in het ongelijk was gesteld.

De uitspraak benadrukte de noodzaak voor de VvE om strikt te handelen volgens de regels van het modelreglement en gaf [gedaagde] de mogelijkheid om de afgesproken wijzigingen met betrekking tot de vaststellingsovereenkomst door te voeren. De rechtbank legde ook een dwangsom op voor het niet verwijderen van de bouwdeur op de tweede etage, waarmee de druk op [gedaagde] werd verhoogd om deze verplichting na te komen.

Al met al leverde deze uitspraak een duidelijk oordeel over de verantwoordelijkheden van zowel de VvE als [gedaagde] in het kader van eigenaarschap en het respecteren van gemeenschappelijke rechten binnen een VvE-structuur.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:4519 betalingsgeschil tussen VvE en opdrachtnemer

Next Post

ECLI:NL:RBAMS:2025:4668 vernietiging koopovereenkomst wegens dwaling bij woningverkoop

Gerelateerde uitspraken>>>

Vervangende machtiging

ECLI:NL:GHAMS:2025:2296 burenrecht en strijdigheid met artikel 5:50 BW

08/09/2025
Vervangende machtiging

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering niet-ontvankelijk na verkoop perceel

07/09/2025
Vervangende machtiging

ECLI:NL:RBAMS:2025:6206 vordering van VvE tegen buren niet-ontvankelijk verklaard

06/09/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.