De zaak in het kort
In deze zaak hebben verzoekers, twee appartementseigenaren, de rechtbank verzocht om vernietiging van besluiten van hun Vereniging van Eigenaren (VvE) die hun verzoeken om een CV-ketel en airconditioning op hun balkon te plaatsen, hadden afgewezen. De rechtbank Amsterdam heeft deze verzoeken beoordeeld en uiteindelijk het standpunt van de VvE bevestigd. De rechtbank vond dat de VvE in redelijkheid had gehandeld door de verzoeken te weigeren, voornamelijk vanwege geluidsnormen en de gemeenschappelijke aard van de verwarmingsinstallatie binnen het appartementencomplex.
Het verloop van het proces en de feiten
Verzoekers zijn sinds november 2024 eigenaar van een appartement in een complex met 56 appartementsrechten en een gemeenschappelijke blokverwarming. Zij dienden een renovatieplan in bij de VvE, waarin zij niet expliciet de installatie van een gasgestookte CV-ketel en een airco op hun balkon hadden opgenomen.
Tijdens de VvE-vergadering op 18 februari 2025 werden hun verzoeken besproken. Verzoekers streefden naar een beter energielabel voor hun appartement en hadden een energieadviseur geraadpleegd die de installatie van een eigen energiezuinig systeem aanbeval. Echter, hun verzoeken werden door de VvE afgewezen met een meerderheid van stemmen.
Verzoekers brachten hun zaak voor de rechtbank, en tijdens de mondelinge behandeling op 16 juni 2025 hebben zij hun verzoeken om nietigverklaring van de besluiten ingetrokken, maar vroegen nog steeds om een vervangende machtiging en vergoeding van de proceskosten.
De VvE voerde aan dat de installatie van de CV-ketel en airco niet alleen in strijd was met de geluidsnormen, maar ook met de regels omtrent het gemeenschappelijk gebruik en het toezicht op de gemeenschappelijke delen van het gebouw. Bovendien was er geen voldoende onderbouwing van de verzoekers dat de installaties binnen de toegestaan geluidslimieten zouden blijven.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelde de verzoeken aan de hand van artikel 5:130 en 2:15 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij de redelijkheid en billijkheid centraal staan. Bij de beoordeling van de CV-ketel stelde de rechtbank vast dat verzoekers niet hadden aangetoond dat de installatie binnen de geluidsnorm van 40 dB zou blijven. Bovendien had de VvE terecht bezwaren tegen het afkoppelen van de blokverwarming, aangezien dit een gemeenschappelijke installatie is en belangrijke technische en veiligheidsbezwaren oplevert.
Met betrekking tot de airco kwam de rechtbank tot een vergelijkbare conclusie. Verzoekers hadden geen voldoende bewijs geleverd dat het geluidsniveau van de airco binnen de wettelijke grenzen zou blijven. Ook hier was het op de weg van de verzoekers gelegen om gedetailleerde technische tekeningen en berekeningen te overleggen, wat zij nalieten.
De rechtbank oordeelde dat de VvE in redelijkheid de aanvragen voor de installaties kon weigeren, gezien de belangen van alle appartementseigenaars en de noodzaak van een complex breed beleid voor de installatie van dergelijke apparaten. Daarom werden alle verzoeken van verzoekers afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de VvE ter hoogte van € 609,50.
De uitspraak onderstreept de noodzaak voor appartementseigenaars om bij wijzigingen aan gemeenschappelijke delen van een appartementencomplex goedkeuring van de VvE te verkrijgen en de regels omtrent gemeenschappelijk gebruik te respecteren. Het belang van het overleggen van gedetailleerde technische informatie om bezwaren te weerleggen werd ook benadrukt. De beslissing is in lijn met de wettelijke bepalingen en de redelijkheid en billijkheid die in dergelijke zaken gelden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.