De zaak in het kort
De zaak betreft een juridisch geschil tussen een appartementseigenaar, [verzoeker], en de Vereniging van Eigenaars (VvE) [verweerder]. [verzoeker] heeft de kantonrechter verzocht om de besluiten van de VvE-vergaderingen van 25 november en 16 december 2024 te vernietigen of nietig te verklaren. Hij voert aan dat de tweede vergadering in strijd met de splitsingsakte werd gehouden in Nieuwegein, in plaats van de voorschreven locatie binnen [gemeente 2]. Daarnaast wijst [verzoeker] op financiële onregelmatigheden, met name een onverklaarde afschrijving van € 29.700,00, en verzoekt hij om een onafhankelijk onderzoek naar de Ista-rekeningen, een betere financiële transparantie en dat de VvE de verwarmingskosten aan zijn huurders doorrekent in plaats van aan hem. De VvE verzet zich tegen deze verzoeken.
Het verloop van het proces en de feiten
In maart 2004 is het gebouw [naam gebouw] gesplitst in meerdere appartementsrechten, waarvan [verzoeker] het recht op de derde verdieping bezit. De VvE is destijds opgericht en beheert een deel van het gebouw. Op 25 november 2024 vond een gecombineerde vergadering van de VvE’s plaats waarbij slechts 10,95 procent van de stemmen vertegenwoordigd was, te weinig om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. Deze vergadering vond plaats buiten de voorgeschreven gemeente. Vanwege het gebrek aan stemmen, werd een tweede vergadering georganiseerd op 16 december 2024, eveneens buiten de voorgeschreven locatie, namelijk in Nieuwegein.
Tijdens deze vergaderingen zijn besluiten genomen over de afwikkeling van de jaarrekening 2023-2024, waaronder een decharge van het bestuur. [verzoeker] maakt bezwaar tegen deze besluiten omdat zij volgens hem in strijd zijn met de statuten en er financiële onregelmatigheden zijn. Hij stelt dat de afschrijving van € 29.700,00 niet verklaard is en dat verwarmingskosten van Ista niet correct worden doorberekend. [verzoeker] verzoekt de rechtbank om de besluiten te vernietigen en een nieuwe vergadering binnen [gemeente 2] te organiseren.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelt dat de tweede vergadering niet in overeenstemming met de splitsingsakte is gehouden, nu deze buiten de vereiste gemeente plaatsvond. Artikel 33 van de splitsingsakte vereist dat vergaderingen binnen [gemeente 2] worden gehouden. Hierdoor zijn de besluiten van zowel de vergadering van 25 november als die van 16 december 2024 vernietigbaar op grond van artikel 5:130 lid 1 jo. artikel 2:15 lid 1 sub a BW. De rechtbank wijst [verzoeker’s] verzoek toe om deze besluiten te vernietigen.
De kantonrechter wijst echter het verzoek van [verzoeker] om een nieuwe vergadering te organiseren binnen [gemeente 2] af, omdat de rechtbank niet bevoegd is om een vergadering te gelasten. [verzoeker] kan echter zelf een verzoek indienen bij het bestuur van de VvE om een nieuwe vergadering te organiseren.
Met betrekking tot de financiële onregelmatigheid van de afschrijving van € 29.700,00 overweegt de rechtbank dat er nog geen definitief besluit over deze post is genomen en daarom geen sprake is van een besluit dat binnen de reikwijdte van de artikelen 2:14 en 2:15 BW valt. [verzoeker’s] verzoek om dit besluit te vernietigen wordt dan ook afgewezen.
Ook het verzoek van [verzoeker] met betrekking tot de verwarmingskosten van Ista wordt afgewezen. Er zijn geen besluiten genomen over deze kosten die binnen de reikwijdte van de genoemde artikelen vallen. [verzoeker] kan echter een schriftelijk voorstel doen bij het bestuur van de VvE voor besluitvorming over dit onderwerp.
De rechtbank veroordeelt de VvE in de proceskosten omdat zij grotendeels in het ongelijk is gesteld. Deze kosten worden begroot op € 157,50, inclusief griffierecht en nakosten. De beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.