De zaak in het kort
De zaak betreft een juridische procedure bij de rechtbank Amsterdam waarin een appartementseigenaar, aangeduid als [verzoeker], verzoeken indient tegen de Vereniging van Eigenaars (VvE) van zijn gebouw. De eigenaar heeft bezwaren tegen verschillende besluiten van de VvE, waaronder de verhoging van de maandelijkse bijdrage en de aanstelling van een beheerder. Hij heeft ook verzoeken ingediend tegen de VvE Beheergroep en bestuursleden van de VvE. De rechtbank heeft de verzoeker in de meeste van zijn verzoeken niet-ontvankelijk verklaard en de overige verzoeken afgewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon met een mondelinge behandeling op 27 juni 2025 bij de rechtbank Amsterdam. De verzoeker is eigenaar van een appartementsrecht in een gebouw met drie appartementen en is daardoor lid van de VvE. De VvE had op 4 maart 2025 een vergadering gehouden waarin onder andere werd besloten om een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) op te stellen, juridisch advies in te winnen over de verhuur van de woning als AirBnB, en de maandelijkse bijdrage van de leden te verhogen.
De verzoeker heeft verschillende verzoeken ingediend met betrekking tot de VvE Beheergroep, zoals een verbod op incassoacties en een claim voor immateriële schade. Daarnaast wilde hij de overeenkomst tussen de VvE en VvE Beheergroep ontbinden. Deze verzoeken werden niet-ontvankelijk verklaard omdat VvE Beheergroep geen partij in de procedure was en de verzoeker geen partij bij de overeenkomst was.
Verder diende de verzoeker verzoeken in tegen twee bestuursleden van de VvE, [naam 1] en [gemachtigde], waarbij hij schadevergoedingen eiste. Ook deze verzoeken werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat de bestuursleden formeel geen verwerende partij in deze procedure waren.
Een belangrijk verzoek van de verzoeker was de vernietiging van de aanstelling van [naam 2] als beheerder, maar dit werd afgewezen omdat het besluit al in 2023 was genomen en in rechte vaststond.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoeker grotendeels afgewezen. Met betrekking tot de vergadering van de VvE op 4 maart 2025 oordeelde de kantonrechter dat de oproep voor de vergadering tijdig was gedaan. De kantonrechter oordeelde dat er geen rechtsgrond is die vereist dat de datum van de vergadering met alle leden moet worden afgestemd, noch dat de vergadering digitaal moet worden bijgewoond. Bovendien had de verzoeker de mogelijkheid om via een volmacht deel te nemen aan de vergadering, wat hij niet deed.
De kantonrechter vond dat de besluiten van de VvE in redelijkheid en billijkheid waren genomen. De kosten voor het opstellen van een MJOP en juridisch advies over de AirBnB-verhuur zijn terecht als gemeenschappelijke kosten aangemerkt. De verhoging van de maandelijkse bijdrage was volgens de VvE noodzakelijk vanwege onvoldoende reserves voor onderhoud en om de kosten van de VvE Beheergroep te dekken.
De verzoeken van de verzoeker tot vernietiging van de besluiten van de VvE werden afgewezen. Ook zijn verzoek om de administratie van de VvE te overleggen werd afgewezen, omdat hij al toegang had tot het portaal van de VvE waar deze informatie beschikbaar was.
Tot slot werd de verzoeker veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de VvE op nihil werden begroot, omdat de VvE in het gelijk was gesteld. De rechtbank wees erop dat de verzoeker niet ontvankelijk was in zijn verzoeken tegen de VvE Beheergroep en de bestuursleden, en de overige verzoeken werden afgewezen. De mondelinge uitspraak werd in aanwezigheid van de griffier gedaan en de proces-verbaal werd door de kantonrechter ondertekend.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.