De zaak in het kort
In deze zaak draait het om de verdeling van de onderhoudskosten voor een dakterras en dakopbouw in een appartementencomplex in Amsterdam. De eigenaren van één van de appartementen, aangeduid als [verzoeker], hebben een verzoekschrift ingediend om besluiten van de Vereniging van Eigenaren (VvE) te vernietigen. Deze besluiten hebben betrekking op de verdeling van onderhoudskosten voor het dakterras en de dakopbouw. De kantonrechter moet beoordelen of de kosten voor het onderhoud van het dakterras en de dakopbouw door de eigenaar van het appartement, [verzoeker], of door de VvE moeten worden gedragen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon op 23 december 2024 toen [verzoeker] een verzoekschrift indiende om de besluiten van de VvE van 20 november 2024 te vernietigen. Daarbij werd verzocht om een financiële compensatie van de VvE voor de onderhoudskosten van het dak. De VvE verzocht om aanhouding van de mondelinge behandeling, maar de kantonrechter besloot dat deze doorgang zou vinden. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 juli 2025 werden beide partijen gehoord.
Het appartementscomplex is in 1990 gesplitst in verschillende appartementsrechten. In 1992 werd een dakterras en dakopbouw gerealiseerd boven het appartement van [verzoeker], op kosten van de toenmalige eigenaar. In 2010 werd de splitsingsakte gewijzigd, waarbij het recht op een dakterras en dakopbouw aan de eigenaren van bepaalde appartementen werd toegekend, inclusief de verplichting om de onderhoudskosten te dragen. Een besluit van de VvE uit 2024 bepaalde dat de onderhoudskosten niet door de VvE gedragen zouden worden.
De VvE heeft tevens een handhavingsverzoek bij de gemeente ingediend, wat leidde tot een voornemen van de gemeente om een dwangsom op te leggen aan [verzoeker] vanwege het ontbreken van een omgevingsvergunning voor de dakopbouw en het dakterras.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter oordeelde dat de onderhoudskosten voor het dakterras en de dakopbouw voor rekening van [verzoeker] komen. Dit oordeel is gebaseerd op de interpretatie van de splitsingsakte en het daarbij behorende profijtbeginsel, wat inhoudt dat degene die profijt heeft van een onderdeel van het complex ook de lasten draagt. De kantonrechter vond dat de bepalingen in de splitsingsakte duidelijk maakten dat de onderhoudskosten door de eigenaar van het dakterras en de dakopbouw moesten worden gedragen.
De kantonrechter verwierp daarnaast het verzoek van [verzoeker] tot nietigverklaring of vernietiging van de besluiten van de VvE over de begrotingen van 2024 en 2025. Het verzoek om de VvE te veroordelen tot betaling van de onderhoudskosten werd ook afgewezen, omdat dit verzoek niet binnen de juiste juridische procedure was ingediend. Ten slotte werd [verzoeker] veroordeeld tot het betalen van de proceskosten aan de VvE.
De kantonrechter stelde dat er nog een beslissing moest worden genomen over de vaststelling van de notulen van de VvE-vergaderingen, waarvoor de zaak werd aangehouden. Partijen kregen de gelegenheid om tussentijds hoger beroep aan te tekenen tegen de tussenbeschikking.
In het licht van deze beslissing moet [verzoeker] de VvE toegang verlenen tot het dakterras voor inspectie, zodat de VvE de gemeenschappelijke gedeelten van het dak kan vaststellen en de begroting kan aanpassen. De kantonrechter benadrukte de noodzaak van een duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden en kosten tussen de privé- en gemeenschappelijke gedeelten van het appartementencomplex.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.