De zaak in het kort
In deze zaak had een koper een woning gekocht en later ontdekt dat er mogelijk funderingsproblemen waren, die niet volledig waren geopenbaard door de verkoper. De kopers beriepen zich op dwaling vanwege onjuiste mededelingen en onvolledige informatie van de verkoper over de staat van de fundering. De verkoper eiste de boete van 10% van de koopprijs na ontbinding van de koopovereenkomst. De rechtbank moest beslissen of er sprake was van dwaling en of de verkoper zijn mededelingsplicht had geschonden, wat de koopovereenkomst vernietigbaar zou maken.
Het verloop van het proces en de feiten
De koper, aangeduid als [eiser], had een woning verkocht aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor € 550.000. Tijdens de verkoop was er expliciet gevraagd naar de staat van de fundering, waarop de verkoper of diens makelaar had aangegeven dat er geen problemen waren. Later bleek uit rapporten en VvE-notulen, die pas laat in het proces werden gedeeld, dat er wel degelijk funderingsproblemen waren of op termijn zouden kunnen ontstaan. De verkoper had deze documenten niet voorafgaand aan de onderhandelingen gedeeld, ondanks herhaalde vragen van de kopers over de staat van de fundering.
Tijdens de onderhandelingen en voor de ondertekening van de koopovereenkomst, hadden de kopers herhaaldelijk gevraagd om bevestiging van de staat van de fundering. De verkoper had hierop geruststellende antwoorden gegeven, die later onjuist bleken. Na de koopovereenkomst ontdekten de kopers dat er in de verstrekte documenten geen volledige informatie was over de funderingskwestie. Na een afwijzing van hun financieringsaanvraag, beriepen de kopers zich op dwaling en wilden zij de koopovereenkomst ontbinden. De verkoper weigerde dit en eiste de boete wegens ontbinding.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank concludeerde dat er sprake was van dwaling, zowel door onjuiste mededelingen als door schending van de mededelingsplicht door de verkoper. De rechtbank oordeelde dat de verkoper relevante informatie over de fundering pas laat had verstrekt en dat deze informatie cruciaal was voor de beslissing van de kopers om de woning te kopen. De kopers hadden bij volledige en tijdige informatie mogelijk andere voorwaarden gesteld of van de koop afgezien.
Door de vaststelling dat er sprake was van dwaling, verklaarde de rechtbank de koopovereenkomst vernietigbaar. Als gevolg daarvan werd de buitengerechtelijke vernietigingsverklaring van 20 maart 2024 effectief, en werden de vorderingen van de verkoper afgewezen. De verkoper werd veroordeeld in de proceskosten van de kopers, ter hoogte van € 3.931,00.
De rechtbank benadrukte het belang van volledige en tijdige informatieverstrekking door verkopers, vooral wanneer kopers expliciet vragen naar essentiële aspecten zoals de fundering van een woning. De zaak onderstreept de verantwoordelijkheid van verkopers om hun mededelingsplicht na te komen en de gevolgen van het niet naleven daarvan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.