De zaak in het kort
De kwestie draait om de vraag welke verdeelsleutel van toepassing is op de kosten voor het onderhoud van het hek rondom de binnenplaats en het groen en tuinhuis op die binnenplaats van een Vereniging van Eigenaars (VvE) in Amsterdam. De verzoeker, lid van de VvE, heeft de besluiten van de VvE-vergadering van 10 december 2024 aangevochten. Deze besluiten stelden dat de kosten moesten worden verdeeld volgens een verdeelsleutel die vooral lasten legde op de eigenaren van parkeerplaatsen. De kantonrechter moest beslissen of deze verdeling in overeenstemming was met de splitsingsakte en of er sprake was van redelijkheid en billijkheid.
Het verloop van het proces en de feiten
De verzoeker had op 6 januari 2025 een verzoekschrift ingediend om de besluiten van de VvE-vergadering te vernietigen of nietig te verklaren, omdat deze naar zijn mening in strijd waren met de splitsingsakte. De VvE had op 16 juni 2025 een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juni 2025, waar beide partijen hun standpunten verder toelichtten.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de grond en het complex zijn gesplitst in 48 appartementsrechten met een splitsingsakte uit 2011. Het splitsingsreglement, dat deel uitmaakt van deze akte, bevat een algemene verdeelsleutel voor de gemeenschappelijke kosten. Echter, voor bepaalde kosten zoals die van de hellingbaan en binnenplaats, is in de splitsingsakte een afwijkende verdeelsleutel opgenomen die deze kosten vooral toewijst aan de eigenaren van de parkeerplaatsen.
De verzoeker, eigenaar van twee parkeerplaatsen, betwistte de besluiten van de VvE-vergadering die bepaalde dat de kosten voor het hek, het groen en het tuinhuis onder deze afwijkende verdeelsleutel vielen. Volgens de verzoeker vallen deze kosten onder de algemene verdeelsleutel die van toepassing is op alle eigenaren.
De beslissing van de rechtbank.
De kantonrechter moest beslissen of de besluiten van de VvE-vergadering in strijd waren met de splitsingsakte en of ze redelijk en billijk waren. De rechter concludeerde dat de besluiten nietig zijn omdat ze in strijd zijn met de splitsingsakte. Het hek, het groen en het tuinhuis zijn gemeenschappelijke zaken die niet specifiek zijn opgenomen in de afwijkende verdeelsleutel voor de binnenplaats. Daarom moeten de kosten daarvoor worden verdeeld volgens de algemene verdeelsleutel die alle eigenaars omvat.
De kantonrechter benadrukte dat het profijtbeginsel leidend is in de splitsingsakte: degenen die profijt hebben van een gemeenschappelijk deel zouden de kosten moeten dragen. Omdat alle eigenaren profijt hebben van de toegang en veiligheid die het hek biedt, en van de andere gemeenschappelijke zaken, is het redelijk dat de kosten volgens de algemene verdeelsleutel worden verdeeld.
De VvE werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de verzoeker. Deze kosten bedroegen in totaal € 699,50. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze meteen moet worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep. De verzoeker hoeft niet bij te dragen aan de kostenveroordeling van de VvE. Dit besluit van de kantonrechter is gebaseerd op het feit dat er geen uitzonderlijke situatie is die een afwijking van de interne draagplicht van de verzoeker rechtvaardigt.
Deze zaak illustreert het belang van duidelijke afspraken in splitsingsaktes en de noodzaak voor VvE’s om besluiten te nemen die in lijn zijn met de vastgelegde regels en redelijkheid en billijkheid. De uitspraak onderstreept ook de rol van de kantonrechter in het interpreteren van dergelijke akten en het waarborgen van een eerlijke verdeling van gemeenschappelijke kosten.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.