De zaak in het kort
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven over een verzoek van een Vereniging van Eigenaars (VvE) om toestemming te krijgen voor de executoriale verkoop van een lidmaatschapsrecht van een van haar leden. Dit lidmaatschapsrecht is door de VvE in beslag genomen, omdat het lid, aangeduid als [belanghebbende 1], naliet om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. De rechtbank heeft beoordeeld of aan de wettelijke voorwaarden voor dergelijke executie is voldaan en heeft uiteindelijk de verkoop toegestaan, waarbij de executie door een deurwaarder wordt uitgevoerd.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 april 2025 bij de rechtbank werd ingediend. Het verzoek betrof de verkoop van een lidmaatschapsrecht dat in beslag was genomen door de VvE. [Belanghebbende 1] was lid van een coöperatie, aangeduid als [belanghebbende 2], en had recht op bepaalde appartementsrechten via zijn lidmaatschap.
De zaak heeft een voorgeschiedenis van financiële geschillen tussen de VvE en [belanghebbende 1]. Bij eerdere vonnissen van de kantonrechter in september 2021 en januari 2024 was [belanghebbende 1] veroordeeld tot het betalen van aanzienlijke geldbedragen aan de VvE. Ondanks de betekening van deze vonnissen door een deurwaarder, ging [belanghebbende 1] niet over tot betaling. Dit leidde tot het leggen van executoriaal beslag op zijn lidmaatschapsrecht bij [belanghebbende 2].
De VvE verzocht de rechtbank om een deurwaarder aan te wijzen die bevoegd is om de in beslag genomen lidmaatschapsrechten te verkopen en over te dragen, zodat de VvE zich op de opbrengst kan verhalen. In de akte van de coöperatie was bepaald dat lidmaatschapsrechten onder voorwaarden overdraagbaar zijn en dat de omzetting naar appartementsrechten mogelijk is.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank stelde vast dat de VvE over geldige executoriale titels beschikt tegen [belanghebbende 1] en dat hij zijn schuld nog niet heeft voldaan. Daarom heeft de VvE een gerechtvaardigd belang bij de verkoop van het in beslag genomen lidmaatschapsrecht. De rechtbank vond dat de VvE aan de vereisten voor het leggen van beslag had voldaan en dat de formaliteiten en termijnen correct waren nageleefd.
De rechtbank riep [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] op voor een hoorzitting, maar ontving geen reactie. Op basis van de overgelegde stukken en het ontbreken van verweer werd het verzoek van de VvE toegewezen. De rechtbank bepaalde dat het lidmaatschapsrecht executoriaal kan worden verkocht en overgedragen. De deurwaarder G.K. Kenter of een door hem aangewezen vervanger werd aangewezen als verantwoordelijke voor de executie.
Verder bepaalde de rechtbank dat de omzetting en overdracht van de lidmaatschapsrechten moeten geschieden met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen. De deurwaarder kreeg het recht om een beroep te doen op een onherroepelijke volmacht die aan [belanghebbende 1] was verleend voor deze omzetting en overdracht.
De rechtbank veroordeelde [belanghebbende 1] in de kosten van de procedure, die als executiekosten kunnen worden verhaald op de opbrengst van de lidmaatschapsrechten. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de verkoop kan plaatsvinden zonder dat een eventueel hoger beroep de tenuitvoerlegging opschort.
Met deze beslissing stelde de rechtbank de VvE in staat om haar vordering te verhalen op de opbrengst van de verkoop van de lidmaatschapsrechten, waarmee een einde kwam aan de langdurige kwestie van onbetaalde schulden van [belanghebbende 1] aan de VvE.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




