De zaak in het kort
In deze zaak draait het om een conflict tussen een Vereniging van Eigenaars (VvE) en een voormalig bestuurslid, [gedaagde], die tevens eigenaar van een appartement is. De VvE vordert dat [gedaagde] de verzekeringsgelden terugbetaalt die hij volgens hen ten onrechte heeft ontvangen. Het conflict ontstond na een lekkage in een gemeenschappelijke standleiding, wat leidde tot schade aan het appartement van [gedaagde]. Als bestuurslid sprak hij de opstalverzekering van de VvE aan, waarna de uitgekeerde gelden op een bouwdepot op zijn naam werden gestort en gebruikt voor betalingen aan een aannemer. De VvE beschuldigt [gedaagde] van onbehoorlijk bestuur, omdat onduidelijk is waar de verzekeringsgelden naartoe zijn gegaan en er geen verantwoording is afgelegd. [gedaagde] betwist de vorderingen van de VvE en stelt dat zij niet-ontvankelijk zijn, omdat de VvE geen geldige procesmachtiging heeft van de vergadering van eigenaars.
Het verloop van het proces en de feiten
De rechtbank Den Haag behandelt de zaak. In eerste instantie werd de procedure ook gevoerd tegen een ander voormalig bestuurslid, maar deze procedure is doorgehaald na een minnelijke regeling. Op 25 februari 2025 vond een mondelinge behandeling plaats, waarbij de griffier aantekeningen maakte. De rechtbank hield de zaak aan om partijen de gelegenheid te geven een minnelijke regeling te treffen of nadere stukken over te leggen. Zowel de VvE als [gedaagde] dienden vervolgens aanvullende akten in.
De VvE eist dat [gedaagde] een bedrag van €44.750,- aan verzekeringsgelden terugbetaalt, vermeerderd met wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten. Daarnaast wil de VvE dat [gedaagde] de proceskosten vergoedt. [gedaagde] voert verweer en vordert in reconventie dat de VvE hem een bedrag betaalt dat hij ten behoeve van de VvE heeft voldaan, alsmede de kosten van de procedure.
Een belangrijk twistpunt in de zaak is de vraag of de VvE bevoegd was om de procedure te starten zonder een machtiging van de vergadering van eigenaars. Volgens artikel 5:126 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek en de statuten van de VvE is een dergelijke machtiging vereist voor het instellen van rechtsvorderingen. De VvE beweert dat een machtiging is verleend tijdens een vergadering op 21 september 2023, maar uit de notulen bleek dit niet duidelijk. Bovendien ontbraken handtekeningen.
Tijdens de mondelinge behandeling bood de VvE aan om bewijs te leveren van de machtiging. Ze dienden een schriftelijk stuk in dat door enkele leden van de VvE was ondertekend en waarin het bestuur werd gemachtigd om een rechtsvordering in te stellen. Echter, [gedaagde] betwistte de geldigheid van dit stuk, wijzend op het ontbreken van een datum en de handtekening van een afwezig lid.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de bevoegdheid van de VvE om namens de eigenaars in rechte op te treden een verstrekkende bevoegdheid is die zorgvuldig moet worden behandeld. Het is van belang dat er een geldige machtiging van de vergadering is.
Het door de VvE overgelegde stuk roept echter vragen op. De rechtbank vindt dat, gezien de omstandigheden, niet kan worden vastgesteld dat de vergadering van eigenaars op 21 september 2023 heeft ingestemd met de procedure. Het andere stuk dat de VvE heeft overgelegd, een machtiging voor het treffen van een schikking, is niet relevant voor de vereiste machtiging om de procedure te starten.
Omdat er geen geldige procesmachtiging is, biedt de rechtbank de VvE de gelegenheid om het gebrek te herstellen. De VvE moet bewijs overleggen van het bestaan van een procesmachtiging, bijvoorbeeld in de vorm van een bekrachtiging door de vergadering. Als de VvE hier niet in slaagt, zal zij niet-ontvankelijk worden verklaard en zal de rechtbank niet inhoudelijk ingaan op de vorderingen.
De rechtbank verwijst de zaak naar de rol van 20 augustus 2025, zodat de VvE de mogelijkheid krijgt om een machtiging over te leggen. Verdere beslissingen worden aangehouden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.