De zaak in het kort
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat de eigenaren van penthouses in twee woontorens moeten bijdragen aan de herstelkosten van de gemeenschappelijke gevels. Stichting WoonInvest, die alle kosten voor het herstel heeft voorgeschoten, vorderde dat de penthouse-eigenaren hun aandeel betalen conform de breukdelen in de splitsingsakte.
Het verloop van het proces en de feiten
WoonInvest en de penthouse-eigenaren zijn verbonden aan twee Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) van woontorens in Den Haag. De woontorens, gebouwd tussen 2004 en 2006, vertoonden gebreken aan het metselwerk van de gevels. WoonInvest, als eigenaar van de overige appartementsrechten, heeft de herstelkosten aanvankelijk voorgefinancierd.
Er ontstond een geschil over wie verantwoordelijk was voor het betalen van deze kosten. De VvE’s stelden dat WoonInvest aansprakelijk was als opdrachtgever van de bouw, maar WoonInvest ontkende deze aansprakelijkheid. De kosten voor het herstel werden uiteindelijk begroot op meer dan 2 miljoen euro, veel hoger dan de aanvankelijke schatting van 175.000 euro.
In de loop van de procedure zijn diverse stukken ingediend, waaronder dagvaardingen, conclusies van antwoord, een tussenvonnis en notulen van vergaderingen van de VvE’s. Tijdens een mondelinge behandeling lichtten beide partijen hun standpunten toe. De rechtbank stelde vervolgens een datum voor een vonnis vast.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat de penthouse-eigenaren inderdaad moeten bijdragen aan de herstelkosten. Volgens de splitsingsakte zijn zij verplicht om conform de vastgestelde breukdelen bij te dragen aan de kosten van het onderhoud en herstel van gemeenschappelijke delen, zoals de gevels.
Een eerder besluit van de VvE’s, waarin WoonInvest had toegezegd alle kosten te dragen, werd nietig verklaard omdat het in strijd was met de bepalingen van de splitsingsakte. Het besluit van 22 november 2021, waarin WoonInvest slechts tijdelijk de kosten zou voorschieten in afwachting van een aansprakelijkheidsonderzoek, werd als geldig beschouwd en diende als uitgangspunt voor de beslissing.
De rechtbank wees de vorderingen van WoonInvest toe en veroordeelde de penthouse-eigenaren tot betaling van hun aandeel in de herstelkosten. De rechtbank bepaalde ook dat de penthouse-eigenaren de proceskosten moeten betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd ondanks eventueel hoger beroep.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.