VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBDHA:2025:16677 bezwaar tegen omgevingsvergunning school en sporthal afgewezen

by VvERechstpraak.nl
19/09/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

De uitspraak van de Rechtbank Den Haag betreft een beroep en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend door de Vereniging van Eigenaren (VvE) tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer. Het college had een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een school en een sporthal, waartegen de VvE bezwaar had gemaakt. Het college verklaarde de bezwaren kennelijk niet-ontvankelijk, waarop de VvE in beroep ging en een voorlopige voorziening vroeg. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard omdat het te laat was ingediend en niet namens een belanghebbende.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBOVE:2025:6422 Verdeling onderhoudskosten VvE blijft ongewijzigd

ECLI:NL:RBAMS:2025:8162 klacht tegen notaris ne bis in idem toegepast

ECLI:NL:RBOVE:2017:5331 schorsing en vernietiging besluiten vereniging van eigenaars

Het verloop van het proces en de feiten

Op 16 april 2025 verleende het college van Zoetermeer een omgevingsvergunning voor de bouw van een school en sporthal. De VvE maakte hiertegen bezwaar, maar het college verklaarde dit bezwaar op 10 juli 2025 kennelijk niet-ontvankelijk. De reden hiervoor was dat het bezwaar te laat was ingediend en niet namens een rechtspersoonlijkheid bezittende entiteit. De VvE probeerde haar bezwaar te versterken door aanvullende informatie aan te leveren, maar dit gebeurde pas na de bezwaartermijn.

De VvE stelde dat het college het bezwaar had moeten behandelen als een tijdig ingediend bezwaar, omdat de secretaris van de bezwaarschriftencommissie aanvullende informatie had gevraagd na de bezwaartermijn. De VvE voerde ook aan dat de behandeling van bezwaarschriften dezelfde flexibiliteit zou moeten kennen als de behandeling van onvolledige aanvragen voor omgevingsvergunningen.

De rechtbank behandelde de zaak op 29 augustus 2025. Tijdens de zitting werd duidelijk dat het bezwaar oorspronkelijk was ingediend door een werkgroep zonder rechtspersoonlijkheid, waardoor het bezwaar niet als afkomstig van een belanghebbende kon worden aangemerkt.

De beslissing van de rechtbank.

De voorzieningenrechter moest beslissen of het college het bezwaar van de VvE terecht niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank oordeelde dat er geen verplichting bestaat om binnen de bezwaartermijn aanvullende informatie over de identiteit van de bezwaarmaker op te vragen. Artikelen 6:5 en 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voorzien in de mogelijkheid om verzuimen te herstellen, maar verlengen de bezwaartermijn niet.

Daarnaast stelde de rechtbank dat het bezwaar niet tijdig was ingediend, omdat de identiteit van de VvE als belanghebbende niet binnen de bezwaartermijn kenbaar was gemaakt. Het betoog van de VvE dat de secretaris van de bezwaarschriftencommissie enige toezeggingen had gedaan over de ontvankelijkheid van het bezwaar, werd verworpen. De voorzieningenrechter vond dat de secretaris geen toezeggingen had gedaan die de VvE in de veronderstelling hadden kunnen brengen dat het bezwaar ontvankelijk zou worden verklaard.

De rechtbank concludeerde dat het bezwaar van de VvE terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat het te laat was ingediend en niet namens een belanghebbende. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De VvE kreeg het griffierecht niet terug en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.

ADVERTISEMENT

Partijen die het niet eens zijn met de uitspraak, kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Echter, tegen de afwijzing van de voorlopige voorziening staat geen hoger beroep open.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBMNE:2025:4860 airco-installatie op balkon afgewezen wegens geluidshinder

Next Post

ECLI:NL:RBDHA:2025:14249 afwijzing intrekking omgevingsvergunningen door zwaardere belangen

Gerelateerde uitspraken>>>

Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBOVE:2025:6422 Verdeling onderhoudskosten VvE blijft ongewijzigd

09/11/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBAMS:2025:8162 klacht tegen notaris ne bis in idem toegepast

09/11/2025
Rechtsgeldigheid VvE besluit

ECLI:NL:RBOVE:2017:5331 schorsing en vernietiging besluiten vereniging van eigenaars

07/11/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Nederlandvve

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.