De zaak in het kort
De rechtbank Gelderland heeft een zaak ontvangen van de Vereniging van Eigenaars van Recreatiewoningen en Botenhuizen in Resort Bodelaeke Giethoorn (hierna: VvE Resort Bodelaeke), die een verzoek indiende om bestuurders van bepaalde stichtingen te ontslaan en om inzage te krijgen in specifieke documenten. De rechtbank Gelderland heeft zich echter onbevoegd verklaard om over het ontslagverzoek te oordelen en heeft de gehele zaak doorverwezen naar de rechtbank Overijssel vanwege samenhang met een ander verzoek.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon met een verzoekschrift van de VvE Resort Bodelaeke op 15 oktober 2024, waarin zij verzochten om het ontslag van [verweerder 1] en [verweerder 2] als bestuurders van de stichtingen Stichting Bodelaeke Kapitaal (SBK) en Stichting Woonbelangen Bodelaeke Recreatief (SWBR). Dit verzoek was gebaseerd op artikel 2:298 BW. Daarnaast vroeg de VvE Resort Bodelaeke om inzage in bepaalde documenten van Bodelaeke B.V., Beheermaatschappij Bodelaeke en Bodelaeke Verhuur op grond van artikel 843a Rv (oud).
De VvE Resort Bodelaeke stelde dat de rechtbank Gelderland bevoegd was, aangezien [verweerder 1] en [verweerder 2] binnen haar rechtsgebied gevestigd zijn. Echter, de verweerders, bestaande uit meerdere entiteiten waaronder Bodelaeke B.V. en de genoemde stichtingen, voerden aan dat de rechtbank Overijssel exclusief bevoegd was voor het ontslagverzoek, omdat de stichtingen statutair gevestigd zijn in Giethoorn, dat onder het rechtsgebied van de rechtbank Overijssel valt.
Tijdens de procedure werden diverse stukken gewisseld, waaronder oproepbrieven, e-mailberichten van de betrokken advocaten en de rechtbank, en een incidentele conclusie van onbevoegdheid ingediend door de verweerders. De verweerders verzochten de rechtbank Gelderland om zich onbevoegd te verklaren en de VvE Resort Bodelaeke in de proceskosten te veroordelen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank Gelderland heeft uiteindelijk besloten dat zij onbevoegd is om het ontslagverzoek te behandelen. Volgens artikel 995 lid 1 Rv is de rechter van de woonplaats van de rechtspersoon bevoegd, wat in dit geval de rechtbank Overijssel is, gezien de statutaire vestigingsplaats van SBK en SWBR in Giethoorn. Hoewel de rechtbank Gelderland bevoegd was om het exhibitieverzoek te behandelen, heeft zij vanwege de samenhang met het ontslagverzoek beslist om ook dit verzoek naar de rechtbank Overijssel te verwijzen. De rechtbank vond dat beide verzoeken voortkwamen uit dezelfde onvrede van de VvE Resort Bodelaeke over de exploitatie van het resort en dat ze grotendeels dezelfde feitelijke grondslag hadden.
De rechtbank heeft de zaak in haar huidige staat doorverwezen naar de rechtbank Overijssel, Team kanton en handelsrecht. De beslissing over de proceskosten is eveneens overgelaten aan de rechtbank Overijssel. De beschikking van de rechtbank Gelderland is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk van kracht is.
Deze zaak illustreert de complexiteit van jurisdictiekwesties in het civiele recht, vooral wanneer meerdere rechtsgebieden en entiteiten betrokken zijn. Het benadrukt het belang van nauwkeurige bepaling van de bevoegde rechter, zeker in zaken waarin meerdere rechtsverhoudingen en belangen een rol spelen. De beslissing om de zaak naar de rechtbank Overijssel te verwijzen, dient zowel de doelmatigheid als de samenhang in de behandeling van de verzoeken, wat uiteindelijk kan bijdragen aan een meer coherente en efficiënte rechtsgang.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.