De zaak in het kort
In deze zaak speelt de vraag of de assurantietussenpersoon Blaak & Partners B.V. (Blaak) aansprakelijk is voor de schade die de Vereniging van Eigenaars (VvE) heeft geleden als gevolg van forse onderverzekering na een brand. De brand verwoestte het pand dat onderverzekerd bleek te zijn, en Blaak had nagelaten de VvE tijdig te waarschuwen voor het aflopen van de garantie tegen onderverzekering (GTO). De rechtbank Gelderland oordeelt dat Blaak een beroepsfout heeft gemaakt door niet te waken voor onderverzekering en veroordeelt Blaak tot het betalen van een aanzienlijke schadevergoeding aan de VvE. Blaak had betoogd dat er geen causaal verband was tussen haar fout en de schade omdat de verzekeraar, Nationale Nederlanden, mogelijk niet bereid zou zijn geweest de GTO te verlengen of de verzekerde som te verhogen, gezien de illegale verhuur van een deel van het pand. De rechtbank verwerpt dit verweer en stelt Blaak aansprakelijk.
Het verloop van het proces en de feiten
De VvE bestond uit twee eigenaren van appartementen in een pand in Arnhem en had een opstalverzekering bij Nationale Nederlanden. Sinds 2017 was Blaak de assurantietussenpersoon. In 2017 was het pand al onderverzekerd, en Blaak had toen een verhoging van de verzekerde som doorgevoerd. De GTO zou echter op 5 januari 2023 aflopen. Ondanks meldingen van illegale verhuur en problemen met de huurster, ondernam Blaak geen actie om de VvE te waarschuwen of de verzekering aan te passen. In januari 2023 werd het pand door brandstichting verwoest, waarbij de verzekering de schade slechts gedeeltelijk dekte vanwege onderverzekering.
Tijdens het proces werd duidelijk dat Blaak haar zorgplicht had geschonden door niet tijdig te handelen. Volgens de polisvoorwaarden had de VvE recht op een schadevergoeding, maar door de onderverzekering kreeg zij slechts 41% van de schade vergoed. Nationale Nederlanden had geconstateerd dat er sprake was van illegale kamerverhuur en dat dit niet was toegestaan onder de polisvoorwaarden. Desondanks had Blaak de VvE niet op de hoogte gebracht van de noodzaak om de verzekering te herzien.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank concludeert dat Blaak een beroepsfout heeft gemaakt door niet te handelen zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht. Blaak had de VvE tijdig moeten wijzen op het aflopen van de GTO en de risico’s van onderverzekering. De rechtbank stelt vast dat de VvE aanzienlijke schade heeft geleden door de onderverzekering en dat Blaak hiervoor aansprakelijk is. De rechtbank veroordeelt Blaak tot het betalen van een bedrag van € 542.247,46 aan de VvE, met wettelijke rente vanaf 25 maart 2024. Daarnaast moet Blaak een bedrag van € 521.623,44 betalen, onder de voorwaarde dat de VvE op grond van de polisvoorwaarden recht heeft op uitkering van de tweede termijn van de schadevergoeding door Nationale Nederlanden.
De rechtbank wijst de vordering van Blaak in vrijwaring tegen Nationale Nederlanden af. Blaak had aangevoerd dat Nationale Nederlanden een zorgplicht had geschonden door niet zelf actie te ondernemen voor een nieuwe taxatie en verlenging van de GTO. De rechtbank oordeelt echter dat het primair de verantwoordelijkheid van Blaak was om de belangen van de VvE te behartigen en dat Nationale Nederlanden voldoende informatie had verschaft over de looptijd en voorwaarden van de GTO.
Tot slot veroordeelt de rechtbank Blaak in de proceskosten in zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak. Blaak moet de VvE en Nationale Nederlanden de proceskosten vergoeden. De rechtbank wijst de gevorderde buitengerechtelijke kosten van de VvE af, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.