De zaak in het kort
In deze zaak speelde een geschil tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en een appartementseigenaar over een zonder toestemming geplaatste aanbouw op een dakterras. De eigenaar, hierna [gedaagde], had deze aanbouw geplaatst zonder voorafgaande toestemming van de VvE, wat in strijd was met de splitsingsakte. Eerdere juridische procedures hadden al geleid tot een veroordeling waarbij [gedaagde] werd opgedragen de aanbouw te verwijderen en het dakterras in de oorspronkelijke staat te herstellen, op straffe van een dwangsom. De VvE verzocht in dit kort geding om een verhoging van de dwangsom, omdat zij van mening was dat [gedaagde] nog steeds niet aan het vonnis had voldaan.
Het verloop van het proces en de feiten
[gedaagde] is de eigenaar van een appartement in een gebouw dat bij akte is gesplitst in appartementsrechten. Volgens de splitsingsakte behoren de gevels, balkonconstructie en het dak tot de gemeenschappelijke delen van het gebouw. In mei 2020 plaatste [gedaagde] een aanbouw op het dakterras van haar appartement zonder voorafgaande toestemming van de vergadering van eigenaars, wat verplicht is volgens de splitsingsakte. Een verzoek om toestemming werd later geweigerd en ook een verzoek om een vervangende machtiging werd afgewezen door de kantonrechter en bekrachtigd door het gerechtshof.
Tijdens een vergadering van de VvE in april 2022 werd besloten om [gedaagde] juridisch aan te pakken om de aanbouw te laten verwijderen. In een eerdere bodemprocedure had de rechtbank Gelderland al geoordeeld dat [gedaagde] in strijd handelde met de splitsingsakte en werd zij veroordeeld om de aanbouw binnen 90 dagen te verwijderen, met een dwangsom van € 500 per dag met een maximum van € 30.000. Deze dwangsom was inmiddels opgelegd, maar de VvE stelde dat de aanbouw nog niet volledig was verwijderd.
Op 22 juli 2025 meldde [gedaagde] aan de VvE dat de aanbouw was verwijderd en verzocht om het kort geding in te trekken, maar de VvE weigerde omdat er nog wandpanelen aanwezig waren en [gedaagde] een keukenblok op het dakterras had geplaatst zonder toestemming. De VvE was bereid het kort geding in te trekken onder voorwaarden, waaronder het verwijderen van de wandpanelen en het intrekken van een verzoekschrift tot vernietiging van een VvE-besluit. [gedaagde] weigerde echter akkoord te gaan met deze voorwaarden.
De beslissing van de rechtbank
De hoofdvraag in het kort geding was of [gedaagde] had voldaan aan de eerdere veroordeling om de aanbouw te verwijderen. De voorzieningenrechter stelde vast dat [gedaagde] de aanbouw grotendeels had verwijderd, inclusief het frame en de houten constructie. Er waren nog enkele restanten zoals een wandpaneel en een keukenblok, maar deze maakten volgens de rechter geen onderdeel uit van de oorspronkelijke aanbouw zoals beschreven in de eerdere veroordeling.
De rechter oordeelde dat de VvE onvoldoende had aangetoond dat de overgebleven elementen als onderdeel van de aanbouw moesten worden gezien en dat [gedaagde] daartegen onrechtmatig handelde. Hierdoor was er geen grond voor een verhoging van de dwangsom. De vordering van de VvE werd daarom afgewezen.
De voorzieningenrechter besloot dat de proceskosten gecompenseerd zouden worden, omdat [gedaagde] pas na de dagvaarding had voldaan aan de veroordelingen, maar de VvE toch had besloten de procedure door te zetten. Beide partijen moesten hun eigen kosten dragen.
De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke omschrijving van wat onder een veroordeling valt en hoe belangrijk het is om te voldoen aan de voorwaarden voordat een juridische procedure wordt gestart of voortgezet. De rechter oordeelde dat de oorspronkelijke dwangsom voldoende was en dat de VvE geen recht had op een verhoging ervan, omdat [gedaagde] uiteindelijk aan de meeste eisen had voldaan. Deze zaak illustreert ook de complexiteit die kan ontstaan bij geschillen binnen VvE’s, vooral als het gaat om het naleven van regels die in splitsingsaktes zijn vastgelegd.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




