De zaak in het kort
Op 12 juli 2021 sloten de eiser en Grobel IV B.V. een koopovereenkomst voor een appartement in Maastricht, met een koopprijs van € 420.000. Nadat de koop was afgerond, ontdekte de eiser dat er aanzienlijke herstelwerkzaamheden nodig waren aan het dak van het appartementencomplex, wat leidde tot een extra financiële bijdrage van € 13.780 aan de Vereniging van Eigenaars (VvE). De eiser claimde dat Grobel hem hierover had moeten informeren en vorderde vergoeding van deze extra kosten. Grobel betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de vorderingen van de eiser waren verjaard.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding waarin de eiser Grobel aansprakelijk stelde voor de extra kosten verbonden aan dakherstelwerkzaamheden. Belangrijke feiten in de zaak zijn:
– Op 12 juli 2021 kwam de koopovereenkomst tot stand, waarbij het appartement aan de eiser werd verkocht voor € 420.000.
– De koopovereenkomst bevatte bepalingen over de staat van de onroerende zaak, gebruiksdoeleinden, en financiële verplichtingen van de VvE.
– Voorafgaand aan de koop ontving de eiser documenten over de vergaderingen van de VvE, waarin al problemen met het dak werden besproken.
– Op 15 oktober 2021 werd de leveringsakte van het appartement gepasseerd.
De eiser ontving op 8 augustus 2023 een factuur van de VvE voor een eenmalige bijdrage van € 13.780 voor dakrenovatie. Hierop volgde een juridische stap om Grobel aansprakelijk te stellen voor deze kosten, waarbij de eiser stelde dat Grobel de mededelingsplicht had geschonden door hem niet te informeren over de verwachte kosten.
Grobel betwistte de aansprakelijkheid, voerde aan dat de klachten van de eiser waren verjaard volgens artikel 7:23 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, en stelde dat de koper op de hoogte was, of had moeten zijn, van de gebrekkige staat van het dak.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de eiser waren verjaard. Volgens artikel 7:23 lid 2 BW verjaren vorderingen over non-conformiteit binnen twee jaar na de kennisgeving van de gebreken. De rechtbank stelde vast dat de eiser op 2 februari 2022 voor het eerst had geklaagd en dat de laatste stuitingshandeling op 7 maart 2022 had plaatsgevonden, waardoor de verjaringstermijn op 7 maart 2024 eindigde. De dagvaarding werd echter pas op 9 december 2024 ingediend, wat betekent dat de vorderingen te laat waren.
De rechtbank verwierp ook de stelling van de eiser dat er een uitzondering op de verjaringstermijn van toepassing was. De extra kosten voor het dak waren door de VvE in rekening gebracht, niet door Grobel, en de eiser had al voldaan aan de betalingsverplichtingen aan Grobel.
Met deze overwegingen wees de kantonrechter alle vorderingen van de eiser af. De eiser werd in de proceskosten veroordeeld, met een totaalbedrag van € 947, te betalen aan Grobel.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdig handelen bij klachten over non-conformiteit en het adequate informeren van kopers over potentiële gebreken en toekomstige kosten bij de aankoop van onroerend goed. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard door de kantonrechter.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.