De zaak in het kort
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaars (VvE) van een flatgebouw een rechtsvordering ingesteld tegen twee appartementseigenaren die hun maandelijkse bijdrage voor de gemeenschappelijke kosten, inclusief stookkosten, niet hebben betaald. De periode waarover de bijdragen onbetaald zijn gebleven strekt zich uit van oktober 2020 tot en met januari 2025. De VvE stelt dat de bijdragen volgens de geldende regels zijn vastgesteld tijdens vergaderingen. De appartementseigenaren zijn het echter niet eens met de hoogte van de bijdragen, vooral vanwege de gestegen stookkosten. Zij menen dat de stijging veroorzaakt wordt door de overstap van stadsverwarming naar een warmtekrachtkoppeling en cv-installatie in 2021. Ze hebben daarom verzocht om een deskundige aan te stellen om de metingen en de nieuwe verwarmingsinstallatie te onderzoeken.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding, gevolgd door de conclusie van antwoord in conventie en de eis in reconventie van de appartementseigenaren. Daarna volgde een akte overlegging producties en een wijziging van eis van de VvE, en een conclusie van antwoord in reconventie. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 januari 2025, waar de griffier aantekeningen van maakte, werden de standpunten verder toegelicht. De VvE eist betaling van € 20.388,49 aan onbetaalde bijdragen. De appartementseigenaren erkennen dat de bijdragen zijn vastgesteld volgens de vergaderbesluiten, maar zij betwisten de juistheid van de stookkosten vanwege de verandering in het verwarmingssysteem. De kantonrechter heeft echter geconcludeerd dat er geen aanleiding is om een deskundige te benoemen, aangezien de VvE al onderzoek heeft laten uitvoeren en heeft aangetoond dat de warmtemeters correct functioneerden.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter heeft de VvE in het gelijk gesteld. De appartementseigenaren zijn veroordeeld tot betaling van de gevorderde bijdragen van € 20.388,49, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata. De rechter vond dat de aanzienlijke stijging van de stookkosten mogelijk te verklaren was door de stijgende energieprijzen sinds 2022, en dat de appartementseigenaren onvoldoende bewijs hadden geleverd om hun betwisting te onderbouwen. Ze hadden bijvoorbeeld kunnen aantonen dat hun energieverbruik significant hoger was dan dat van vergelijkbare appartementen, wat ze niet hebben gedaan.
De rechtbank zag ook geen reden om een deskundige te benoemen, omdat een dergelijk onderzoek naar de verwarmingsinstallatie alle appartementseigenaren aangaat en eerst in een ledenvergadering besproken moet worden. De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat de appartementseigenaren ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten moeten betalen. In totaal moeten zij € 21.576,89 betalen, inclusief incassokosten.
Daarnaast zijn ze veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 2.767,30 in conventie en € 678,00 in reconventie, inclusief nakosten en wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk ten uitvoer kan worden gelegd, zelfs als er hoger beroep aangetekend wordt. De vorderingen van de appartementseigenaren in reconventie, zoals het verzoek om een deskundige te benoemen, zijn afgewezen.
De beslissing van de rechtbank onderstreept het belang van het naleven van de regels binnen een VvE en toont aan dat bezwaren tegen bijdragen goed onderbouwd moeten zijn met bewijs. De uitspraak benadrukt ook de verantwoordelijkheid van appartementseigenaren om actief deel te nemen aan vergaderingen en beslissingen binnen de VvE, vooral als het om gemeenschappelijke kosten en voorzieningen gaat.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.