De zaak in het kort
In deze civiele procedure speelt een geschil tussen een onderaannemer, aangeduid als [gedaagde], en een bedrijf, aangeduid als [handelsnaam], dat technische schouwen heeft verricht voor een glasvezelproject van KPN. De kern van de zaak betreft de betaling van facturen die [handelsnaam] aan [gedaagde] heeft gestuurd voor de uitgevoerde werkzaamheden. [handelsnaam] stelt dat er een overeenkomst is gesloten met [gedaagde] voor het verrichten van de schouwen en dat de betaling daarvoor dient te geschieden. [gedaagde] betwist echter de aanwezigheid van een overeenkomst en beweert dat [handelsnaam] niet aan de betalingsvoorwaarden heeft voldaan. De rechtbank Midden-Nederland moet in deze zaak beslissen of er een overeenkomst bestaat en of [handelsnaam] recht heeft op de betaling van de facturen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het procesverloop begint met de dagvaarding van [handelsnaam] op 7 november 2024, waarop [gedaagde] op 5 februari 2025 reageert met een conclusie van antwoord. Op 12 mei 2025 dient [handelsnaam] een akte met producties in. De mondelinge behandeling vond plaats op 30 mei 2025, waarbij beide partijen aanwezig waren met hun gemachtigden. Tijdens deze zitting werden vragen van de kantonrechter beantwoord en standpunten uitgewisseld.
De feiten in de zaak draaien om een project van KPN waarin [gedaagde] als onderaannemer optrad om woningen op het glasvezelnetwerk aan te sluiten. [handelsnaam], vertegenwoordigd door vennoot [A], verrichtte technische schouwen, waarbij de route van de bekabeling in gebouwen werd bepaald. [A] stuurde facturen voor deze werkzaamheden naar [gedaagde]. Volgens [handelsnaam] is er een overeenkomst met [gedaagde] voor deze diensten, terwijl [gedaagde] dit betwist. Zij voert aan dat er geen overeenkomst met [handelsnaam] bestaat en dat de betalingen niet verschuldigd zijn omdat [handelsnaam] niet aan de gestelde voorwaarden heeft voldaan.
De beslissing van de rechtbank.
De kantonrechter beoordeelt eerst of er een overeenkomst bestaat tussen [handelsnaam] en [gedaagde]. Ondanks [gedaagde]’s stelling dat er geen overeenkomst is, concludeert de kantonrechter dat [handelsnaam] zelfstandig in rechte kan optreden als vennootschap onder firma (vof) en dat de vordering van [handelsnaam] als vordering van de vennoten geldt. De kantonrechter overweegt dat aanwijzingen zoals e-mailcorrespondentie en de betaling van enkele facturen erop duiden dat er wel degelijk een overeenkomst bestaat.
De kantonrechter erkent dat [C] als tussenpersoon [A] heeft benaderd voor de schouwen en dat [C] handelde namens [gedaagde], wat blijkt uit het gebruik van het e-mailaccount van [gedaagde]. Hierdoor kan [gedaagde] zich niet beroepen op het gebrek aan bevoegdheid van [C]. Verder oordeelt de kantonrechter dat [A] erop mocht vertrouwen dat [C] namens [gedaagde] optrad, waardoor er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen.
Ten tweede wordt de vraag of er een betalingsvoorwaarde geldt besproken. [gedaagde] stelt dat de schouwer, [A], verantwoordelijk was voor het verkrijgen van handtekeningen van de VVE of WOCO voor de aansluiting op het glasvezelnetwerk. [A] betwist deze verplichting en stelt dat zijn taak beperkt was tot het schouwen zelf, zonder verplichting handtekeningen te verkrijgen. De kantonrechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de gestelde betalingsvoorwaarde en dat het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst voor risico van [gedaagde] komt.
Geconcludeerd wordt dat er een overeenkomst van opdracht bestaat zonder de gestelde betalingsvoorwaarde, waardoor [gedaagde] verplicht is de openstaande facturen te voldoen. De vordering van [handelsnaam] wordt toegewezen tot een bedrag van € 25.000,- inclusief wettelijke handelsrente. Daarnaast wordt [gedaagde] veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van € 2.745,77. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het direct nagekomen moet worden ondanks eventueel hoger beroep.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.