De zaak in het kort
In deze zaak stond een conflict tussen een bedrijf genaamd [verzoekster] B.V. en de Vereniging van Eigenaren (VvE) centraal. [verzoekster] had zonder voorafgaande toestemming verbouwingen uitgevoerd aan haar bedrijfspand en wilde dat de kosten hiervan gedragen zouden worden door de gezamenlijke eigenaars van de VvE. De VvE, vertegenwoordigd door de heer [B], was het hier niet mee eens. [verzoekster] verzocht de rechtbank om een vervangende machtiging voor de uitgevoerde werkzaamheden en om [B] te ontslaan als bestuurder van de VvE. Ook werd verzocht om een externe beheerder aan te stellen vanwege de verstoorde relatie tussen de partijen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure startte met een verzoekschrift van [verzoekster] op 19 november 2024. Hierin werden 44 bijlagen bijgevoegd. De VvE reageerde met een verweerschrift en zelfstandige tegenverzoeken. Vervolgens vond er op 4 februari 2025 een mondelinge behandeling plaats. Tijdens deze zitting werd duidelijk dat de werkzaamheden aan het pand al grotendeels waren afgerond en dat het pand inmiddels verhuurd was.
De achtergrond van de zaak betreft een bedrijfsruimte in [plaats 2] die eigendom is van [verzoekster]. Dit pand was voorheen een matrassenzaak en werd na renovatie verhuurd aan een nieuwe huurder. De bovenwoning van hetzelfde pand is eigendom van [B], die kamers verhuurt aan studenten. Beide partijen zijn onderdeel van de VvE, die volgens een splitsingsakte uit 1982 is opgericht. De relatie tussen [verzoekster] en [B] was verstoord geraakt, vooral door meningsverschillen over de kostenverdeling van de verbouwingen.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank verleende een vervangende machtiging voor een aantal specifieke werkzaamheden die [verzoekster] had uitgevoerd. Dit omvatte het brandwerend maken van het plafond, de riolering, water- en gasaansluitingen, evenals de aansluiting op de stadsverwarming. De kosten hiervoor werden vastgesteld op € 24.599,00 exclusief btw. Ook werd een vervangende machtiging verleend voor het repareren van een scheur in de vloer en het vervangen van de bitumendakbedekking, met kosten vastgesteld op respectievelijk € 285,00 en € 500,00 exclusief btw.
Daarnaast verleende de rechtbank een vervangende machtiging voor de benoeming van [onderneming 3] B.V. als externe beheerder van de VvE, om te zorgen voor objectief en onafhankelijk beheer. Dit was noodzakelijk gezien de verstoorde relatie tussen [verzoekster] en [B].
Andere verzoeken van [verzoekster], zoals het ontslag van [B] als bestuurder van de VvE en het aanstellen van een nieuwe bestuurder, werden afgewezen. De rechtbank vond de weigering van [B] om mee te werken aan zijn ontslag niet onredelijk, omdat de VvE in redelijkheid haar instemming met bepaalde werkzaamheden kon onthouden.
In reconventie wees de rechtbank de meeste tegenverzoeken van de VvE af, met uitzondering van het verzoek voor de vervangende machtiging voor het vervangen van de boeidelen. Deze vervanging was noodzakelijk, en de kosten werden vastgesteld op € 1.004,35 inclusief btw. De kosten voor deze werkzaamheden moesten volgens de verdeelsleutel van de splitsingsakte worden verdeeld, waarbij [verzoekster] 40% en [B] 60% van de kosten zouden dragen.
De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. De rechtbank verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de uitspraak meteen moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




