De zaak in het kort
In deze zaak heeft de vereniging van eigenaren (VvE) van een recreatiepark TDM Beheer B.V. gedagvaard vanwege diverse gebreken in de infrastructuur van het park, zoals wegen, riolering en vaarwegen. De VvE eist dat TDM deze gebreken herstelt. De rechtbank oordeelt in een tussenvonnis dat een deskundigenonderzoek nodig is om te bepalen of de wegen voldoen aan de normen van goed en deugdelijk werk. De rechtbank zal TDM in een eindvonnis veroordelen tot het uitbaggeren van de vaarwegen tot een diepte van 1.40 meter, terwijl andere vorderingen van de VvE worden afgewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding waarin de VvE 62 producties had bijgevoegd. De rechtbank Noord-Nederland verwees de zaak naar de rechtbank Noord-Holland. TDM diende een conclusie van antwoord met 15 producties in. Tijdens de mondelinge behandeling waren vertegenwoordigers van beide partijen aanwezig. De rechtbank stelde vast dat de VvE en TDM in het verleden diverse afspraken hadden gemaakt over onderhoud en herstelwerkzaamheden op het park. Het recreatiepark, dat TDM in fasen heeft aangelegd, was oorspronkelijk een gemeentelijke camping. TDM heeft het terrein in 2008 gekocht en vanaf 2010 ontwikkeld tot een recreatiepark.
Er zijn in de loop der jaren verschillende afspraken gemaakt tussen de VvE en TDM over het onderhoud van de infrastructuur. In 2017 spraken ze af dat er een nulmeting zou plaatsvinden na de bouw, uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige. Deze meting zou binden zijn voor beide partijen. In 2018 werd een zogenaamde “Package Deal” gesloten, waarin verdere afspraken werden gemaakt over onderhoud en herstel van wegen, riolering en vaarwegen.
In de loop van de tijd zijn er meerdere inspecties en rapporten opgesteld over de staat van de infrastructuur. De VvE heeft onder andere een rapport laten opstellen door Prostijl, dat stelde dat de wegen niet aan de normen voldeden. TDM betwistte echter de geldigheid van de normen die in dit rapport werden gehanteerd en verwees naar een eerder rapport van Antea Group, dat een andere conclusie gaf.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank besluit dat er een deskundigenonderzoek moet plaatsvinden om te bepalen of de wegen voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk die gelden voor wegen op een recreatiepark. De rechtbank acht het rapport van Prostijl niet doorslaggevend, aangezien het op eenzijdige opdracht door de VvE is uitgevoerd en de normen die zijn gehanteerd door Prostijl mogelijk niet van toepassing zijn op een recreatiepark.
De rechtbank is van oordeel dat TDM verplicht is om de vaarwegen tot een diepte van 1.40 meter uit te baggeren, omdat uit een rapport van De Groot GeoServices blijkt dat deze diepte op sommige plaatsen niet wordt gehaald. De rechtbank ziet geen aanleiding om TDM een bijdrage van de VvE te laten eisen voor de kosten van het uitbaggeren.
Met betrekking tot de riolering onder de zijwegen oordeelt de rechtbank dat de VvE onvoldoende bewijs heeft geleverd voor actuele gebreken, mede omdat TDM na het rapport van Van der Valk en Groot uit 2021 herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd. De vordering van de VvE om TDM te veroordelen tot het overleggen van documentatie over de herstelwerkzaamheden zal worden afgewezen, aangezien de VvE de rechtsgrond voor deze verplichting onvoldoende heeft onderbouwd.
De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen om partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over het voorgestelde deskundigenonderzoek. In het eindvonnis zal de rechtbank beslissen wie de kosten van het onderzoek moet dragen en wie de uiteindelijke proceskosten zal betalen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.
