De zaak in het kort
De rechtbank Noord-Holland behandelde een kort geding waarin de verhuurder, [eiser], de huurder, [gedaagde], had gedagvaard om toegang te krijgen tot een huurwoning voor werkzaamheden die door de Vereniging van Eigenaren (VvE) waren gepland. De werkzaamheden waren noodzakelijk voor verduurzaming en moesten plaatsvinden in september en oktober 2025. De huurder had de sloten van de woning gewijzigd en weigerde aanvankelijk toegang te geven aan de aannemer, wat leidde tot een juridische procedure. Uiteindelijk gaf de huurder de sleutel aan de aannemer, waardoor de geplande werkzaamheden konden doorgaan. Desondanks werd de huurder door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, omdat hij door zijn handelen de rechtszaak had veroorzaakt.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 10 mei 2025 sloten [eiser] en [gedaagde] een huurovereenkomst voor een appartement. Op 14 juli 2025 informeerde de VvE de betrokkenen dat er verduurzamingswerkzaamheden in september en oktober 2025 zouden plaatsvinden. [eiser] bracht [gedaagde] hiervan op de hoogte. Echter, [gedaagde] veranderde de sloten en weigerde toegang aan [eiser], de VvE, en de aannemer. Ondanks meerdere verzoeken bleef [gedaagde] de toegang ontzeggen, waardoor de geplande werkzaamheden werden vertraagd.
Op 1 oktober 2025 stuurde de aannemer, Etro Vastgoedzorg, een e-mail waarin werd bevestigd dat de werkzaamheden essentieel waren en dat toegang tot de woning noodzakelijk was. Uiteindelijk werd afgesproken dat de werkzaamheden moesten zijn afgerond voor 17 oktober 2025, en op 30 september 2025 gaf [gedaagde] de sleutel aan de aannemer, waarmee toegang tot de woning was gewaarborgd.
[h2>De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelde of [eiser] een spoedeisend belang had bij de gevorderde voorzieningen. Hoewel de sleutel inmiddels was afgegeven, stelde de kantonrechter vast dat er geen spoedeisend belang meer was voor de vorderingen van [eiser] om zelf toegang te krijgen tot de woning of om de sloten te laten vervangen. De vorderingen van [eiser] werden dan ook afgewezen.
Wat betreft de schadevergoeding die [eiser] had geëist voor de vertraging van de werkzaamheden, oordeelde de rechtbank dat dit kort geding zich daar niet voor leende. De vordering voor schadevergoeding werd eveneens afgewezen.
Hoewel [eiser] in het ongelijk werd gesteld, besliste de kantonrechter dat [gedaagde] de proceskosten moest betalen. De reden hiervoor was dat [gedaagde] door zijn aanvankelijke weigering om de sleutel af te geven onnodig de kortgedingprocedure had uitgelokt. De rechtbank legde de proceskosten, inclusief nakosten, op aan [gedaagde], die in totaal € 441,84 bedroegen. Daarnaast werd bepaald dat [gedaagde] wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zou zijn indien hij niet tijdig zou betalen.
Dit vonnis illustreert de rechtspositie van huurders en verhuurders met betrekking tot toegang tot huurwoningen voor noodzakelijke werkzaamheden, en benadrukt de verplichting van huurders om mee te werken aan redelijke verzoeken van verhuurders voor het uitvoeren van dergelijke werkzaamheden. De rechtbank beklemtoonde ook het belang van overleg en toestemming van de huurder voordat de verhuurder de woning betreedt, behalve in gevallen waar medewerking redelijkerwijs mag worden verwacht.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




