De zaak in het kort
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 30 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een aannemersbedrijf, aangeduid als [eisende partij], en een onderaannemer, aangeduid als [gedaagde], over de aansprakelijkheid voor schade aan het dak van een multifunctioneel centrum in Assen. De zaak draait om de vervanging van sedum dakbedekking waarbij lekkages ontstonden. De rechtbank oordeelde dat [eisende partij] aansprakelijk was voor de schade jegens de Vereniging van Eigenaren (VvE) en veroordeelde [gedaagde] om [eisende partij] te vrijwaren van de verplichtingen jegens de VvE.
Het verloop van het proces en de feiten
In de procedure is vastgesteld dat de VvE, eigenaar van het multifunctionele centrum, in 2019 opdracht gaf voor de vervanging van de sedum dakbedekking. [eisende partij] had de hoofdaanneming en schakelde [gedaagde] in als onderaannemer. Na het verwijderen en vervangen van het sedum door [gedaagde], ontstonden er lekkages. De VvE ontving meerdere meldingen van lekkages, waarna inspecties door verschillende partijen, waaronder [firma 1] en DNN Groep B.V., beschadigingen aan de EPDM dakbedekking constateerden.
De VvE stelde [eisende partij] aansprakelijk, die op haar beurt [gedaagde] aansprakelijk hield. Een reeks deskundigenrapporten wees op mechanische beschadigingen aan het dak, vermoedelijk veroorzaakt door een scherp voorwerp tijdens de werkzaamheden van [gedaagde]. Ondanks het verweer van [gedaagde], die de schade betwistte en wees op andere mogelijke oorzaken zoals de installatie van zonnepanelen, oordeelde de rechtbank dat de schade het gevolg was van de werkzaamheden door [gedaagde].
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat [eisende partij] jegens de VvE toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst. Hierdoor was zij verplicht de schade van € 263.803,68, vermeerderd met rente en kosten, aan de VvE te vergoeden. In de vrijwaringzaak tussen [eisende partij] en [gedaagde], werd geoordeeld dat [gedaagde] verantwoordelijk was voor de schade en [eisende partij] moest vrijwaren voor de veroordeling in de hoofdzaak.
De rechtbank verwierp het verweer van [gedaagde] dat de schade niet door zijn toedoen was veroorzaakt en zijn beroep op de uitsluiting van aansprakelijkheid voor indirecte schade in zijn algemene voorwaarden. Omdat [gedaagde] niet kon aantonen dat deze voorwaarden aan [eisende partij] ter hand waren gesteld, werden deze niet van toepassing geacht.
De rechtbank veroordeelde [gedaagde] tot betaling van de proceskosten van [eisende partij], vastgesteld op € 5.718,30, inclusief nakosten en wettelijke rente. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank gaf hiermee duidelijk aan dat [gedaagde] als onderaannemer aansprakelijk was voor de door de VvE geleden schade als gevolg van de door hem uitgevoerde werkzaamheden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.