De zaak in het kort
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant zich gebogen over een geschil tussen een huurster en de woningcorporatie Thuis. De centrale vraag was of de huurovereenkomst van de huurster buitengerechtelijk kon worden ontbonden vanwege de onbewoonbaarheid van de woning na een brand, en of er sprake was van tekortkomingen van de huurster die ontbinding rechtvaardigden. De woningcorporatie Thuis vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst op basis van artikel 7:210 BW, en subsidiair vanwege vermeende tekortkomingen van de huurster. De rechtbank oordeelde dat de huurster niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor het gedrag van haar ex-partner, die overlast veroorzaakte. Bovendien stelde de rechtbank dat de woningcorporatie onvoldoende had aangetoond dat de huurovereenkomst rechtmatig kon worden ontbonden.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding door Thuis op 10 maart 2025, waarin zij de ontbinding van de huurovereenkomst eiste. De zaak werd mondeling behandeld op 14 augustus 2025, waarbij de huurster, die in een revalidatiekliniek verbleef, via een Teamsverbinding deelnam. De huurster was eerder slachtoffer geworden van huiselijk geweld en rolstoelafhankelijk geraakt door een gedeeltelijke dwarslaesie. Zij had in 2023 een urgentieverklaring voor woonruimte gekregen, waarna zij in april 2024 een woning huurde van Thuis.
Na het begin van de huurovereenkomst woonde de toenmalige partner van de huurster, de heer C, bij haar in. Er werden meldingen ontvangen van overlast en crimineel gedrag door C, wat leidde tot een lokaalverbod voor hem. Uiteindelijk beëindigde de huurster de relatie vanwege huiselijk geweld. In februari 2025 ontving Thuis een bestuurlijke rapportage met een bijlage van de politie. In dezelfde maand werd er brand gesticht in de woning, die onbewoonbaar werd.
Thuis stelde dat de woning door de brand volledig onbewoonbaar was en ontbond de huurovereenkomst buitengerechtelijk. De huurster vocht deze ontbinding aan, en de zaak kwam voor de rechtbank. Thuis beweerde dat de huurster tekort was geschoten in haar verplichtingen door overlast, criminele activiteiten en schade aan de woning te veroorzaken of toe te staan.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de primaire grond voor ontbinding, namelijk de onbewoonbaarheid van de woning na de brand, onvoldoende was onderbouwd door Thuis. Er was geen bewijs van volledige vernieuwing in plaats van herstel, en er was geen concrete inschatting van de kosten van de noodzakelijke werkzaamheden. Daarom was niet voldaan aan de voorwaarden voor buitengerechtelijke ontbinding.
Wat betreft de subsidiaire grond voor ontbinding, de vermeende tekortkomingen van de huurster, oordeelde de rechtbank dat er geen sprake was van een tekortkoming van voldoende gewicht om ontbinding te rechtvaardigen. De huurster kon niet verantwoordelijk worden gehouden voor de overlast veroorzaakt door haar ex-partner, gezien haar fysieke en emotionele omstandigheden en de geweldssituatie waarin zij verkeerde. De rechtbank vond ook onvoldoende bewijs voor criminele activiteiten van de huurster zelf of voor haar betrokkenheid bij illegale prostitutie in de woning.
De gestelde schade aan deuren en kozijnen en het vermeende nalaten van herstellingen door de huurster waren volgens de rechtbank niet ernstig genoeg om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van Thuis af en veroordeelde de woningcorporatie in de proceskosten, waarbij de huurster recht kreeg op een vergoeding van € 510,00 aan proceskosten.
In deze uitspraak benadrukte de rechtbank het belang van het zorgvuldig afwegen van de omstandigheden en het belang van de huurder, zeker in situaties van huiselijk geweld en fysieke beperkingen. De verhuurder moet voldoende onderbouwen dat er sprake is van ernstige tekortkomingen of onmogelijkheid van herstel om tot ontbinding van een huurovereenkomst te komen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




