De zaak in het kort
In deze zaak stonden de verzoekers, allen leden van een vereniging van eigenaars, tegenover de vereniging en enkele van haar leden. De verzoekers wilden besluiten die tijdens ledenvergaderingen van de vereniging op 27 oktober 2016 en 1 december 2016 waren genomen, schorsen en vernietigen. Zij voerden aan dat verschillende artikelen van het toepasselijke modelreglement uit 2006 waren geschonden. Zij verzochten ook om andere maatregelen, zoals verklaringen voor recht, bevelen, veroordelingen tot betaling, en een boekhoudkundig onderzoek. De verweerders betwistten deze verzoeken en vroegen om de verzoekers in de proceskosten te veroordelen.
Het verloop van het proces en de feiten
De verzoekers baseerden hun verzoeken op artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en het modelreglement van de vereniging. Ze stelden dat er procedurele fouten waren gemaakt tijdens de vergaderingen en dat bepaalde besluiten in strijd waren met de statuten en reglementen. Het betrof onder andere besluiten die betrekking hadden op wijzigingen in het parkreglement van een recreatiepark dat door één van de belanghebbenden werd beheerd. Tijdens de procedure zijn diverse stukken uitgewisseld, waaronder een verzoekschrift, een eisvermeerdering, en verschillende brieven en e-mails.
De kantonrechter in Zwolle behandelde de zaak op 4 mei 2017. Tijdens de mondelinge behandeling kwamen de diverse bezwaren van de verzoekers aan de orde. De verzoekers hadden bijvoorbeeld bezwaar tegen de locatie van de vergadering, tegen de deelname van een belanghebbende aan de stemming over het parkreglement en tegen het niet opnemen van door hen voorgestelde agendapunten.
De beslissing van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde over de ontvankelijkheid van de verzoeken. Verzoekers werden niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot vernietiging van besluiten die tijdens de vergadering van 27 oktober 2016 waren genomen vanwege termijnoverschrijding. De wet schrijft voor dat een verzoek tot vernietiging van een besluit binnen een maand na kennisname moet worden ingediend, wat niet was gebeurd. Ook voor verzoeken die niet gericht waren op vernietiging van een daadwerkelijk genomen besluit, werden de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank vernietigde echter wel het besluit van het bestuur om drie door verzoeker 8 voorgestelde agendapunten niet op de agenda van de vergadering van 1 december 2016 te plaatsen. Dit was in strijd met artikel 45.8 van het modelreglement, dat voorschrijft dat een eigenaar tot zeven dagen voor de vergadering onderwerpen kan aandragen voor de agenda.
Verzoekers werden veroordeeld in de proceskosten, die werden vastgesteld op € 800,00. De rechtbank wees andere verzoeken af omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond dat schorsing van de besluiten rechtvaardigde. De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedurele stappen en het in acht nemen van wettelijke termijnen bij het aanvechten van besluiten binnen een vereniging van eigenaars.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




