De zaak in het kort
In deze gerechtelijke procedure tussen de Vereniging van Eigenaars (VvE) en een individuele appartementseigenaar (hierna [partij]), vordert de VvE betaling van achterstallige voorschotbijdragen ter hoogte van € 1.504,20. [partij] heeft deze betalingen opgeschort omdat hij meent een schadevordering van € 7.451,58 op de VvE te hebben, die hij wil verrekenen met de maandelijkse bijdragen. Deze schade zou zijn ontstaan door wateroverlast, waarvoor [partij] de VvE aansprakelijk acht. De kantonrechter wijst de vordering van de VvE in conventie toe en de vordering van [partij] in reconventie af, omdat de vordering tot schadevergoeding onvoldoende is onderbouwd.
Het verloop van het proces en de feiten
Het proces begon met een dagvaarding van de VvE tegen [partij] voor de betaling van achterstallige voorschotbijdragen. [partij] heeft als eigenaar van het appartementenrecht de maandelijkse voorschotbijdragen aan de VvE gestorneerd, omdat hij van mening is dat de VvE aansprakelijk is voor de waterschade aan zijn laminaatvloer, veroorzaakt door water dat uit de doucheafvoer omhoog kwam. [partij] heeft de VvE gevraagd een claim in te dienen bij de opstalverzekering, maar deze claim werd afgewezen omdat de laminaatvloer als een verhuisbare vloer niet onder de dekking viel.
Gedurende het proces, dat een mondelinge behandeling op 20 februari 2025 omvatte, heeft [partij] zijn eis in reconventie verhoogd tot € 7.451,58, gebaseerd op een offerte voor herstelkosten. De VvE betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de schade het gevolg is van een verstopping in de afvoer van de douche, een onderdeel dat niet tot de gemeenschappelijke zaken behoort. Bovendien heeft de VvE aangegeven dat andere appartementen geen vergelijkbare wateroverlast hebben ervaren en dat de standleiding recentelijk was vervangen.
De beslissing van de rechtbank
In conventie oordeelt de kantonrechter dat [partij] als lid van de VvE verplicht is de maandelijkse voorschotbijdragen te betalen, ongeacht een eventuele tegenvordering. Artikel 11 lid 3 van het modelreglement sluit verrekening of opschorting van betaling op basis van een (vermeende) vordering op de VvE uit. De vordering van de VvE wordt daarom toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, zij het beperkt tot het bedrag dat in de aanmaning is aangegeven.
In reconventie oordeelt de kantonrechter dat [partij] de gestelde schade onvoldoende heeft onderbouwd. Hij heeft niet aangetoond dat de wateroverlast het gevolg is van een gebrek in de gemeenschappelijke waterleiding, noch heeft hij het bestaan en de hoogte van de schade voldoende bewezen. De door [partij] ingebrachte offerte is door zijn eigen bedrijf opgesteld en biedt onvoldoende objectief bewijs van de schade. Daarnaast is de vloer nog steeds niet hersteld, wat afbreuk doet aan de stelling van acute schade.
De kantonrechter verwerpt daarom de vordering van [partij] in reconventie. [partij] wordt veroordeeld tot betaling van de achterstallige voorschotbijdragen van € 1.504,20, vermeerderd met rente en kosten, en wordt belast met de proceskosten in zowel conventie als reconventie. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de VvE direct tot incasso kan overgaan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.