De zaak in het kort
In deze zaak speelde een geschil tussen de Vereniging van Eigenaars (VVE) van een appartementencomplex en de aannemer, Dura Vermeer Bouw Zuid West B.V., omtrent vermeende gebreken in het complex. De VVE had diverse klachten ingediend over de kwaliteit van het werk en eiste dat Dura Vermeer deze gebreken zou herstellen of de kosten van herstel zou vergoeden. De rechtbank Rotterdam heeft de vorderingen van de VVE afgewezen, omdat niet voldoende was aangetoond dat Dura Vermeer ondeugdelijk werk had geleverd of dat bestaande klachten onvoldoende waren verholpen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding door de VVE, die Dura Vermeer verweet tekort te zijn geschoten in de nakoming van een aannemingsovereenkomst inzake de bouw van een appartementencomplex in Oegstgeest. De VVE beriep zich op diverse klachten over gebreken, zoals problemen met hang- en sluitwerk, dakpannen, loopwagens op het dak, glasbewassingssystemen, een noodtrappenhuis, en een grootverbruikaansluiting voor elektra.
Dura Vermeer voerde hiertegen verweer en betoogde dat zij alle gebreken waarvoor zij verantwoordelijk was, had verholpen tijdens een collectieve nazorgronde die na de oplevering had plaatsgevonden. De VVE had ook rapporten van Top Expertise B.V. overlegd, waarin enkele gebreken waren gedocumenteerd. Echter, Dura Vermeer betwistte de conclusies van deze rapporten en wees op de eigen verantwoordelijkheid van de VVE en de bewoners voor het onderhoud.
Tijdens de zitting op 17 juni 2025 werd de zaak verder besproken, en partijen verzochten de rechtbank om uitspraak te doen over de resterende geschilpunten. Uiteindelijk bepaalde de rechtbank dat de VVE haar stellingen onvoldoende had onderbouwd en dat er geen bewijs was geleverd dat Dura Vermeer ondeugdelijk werk had geleverd.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de VVE haar stelplicht en bewijslast niet had voldaan ten aanzien van de gestelde gebreken. Voor elk van de klachten werd geoordeeld dat er onvoldoende concrete onderbouwing was om te concluderen dat sprake was van gebreken waarvoor Dura Vermeer verantwoordelijk zou zijn. Hieronder volgt een samenvatting van de beslissingen ten aanzien van de voornaamste klachten:
1. **Hang- en sluitwerk:** De VVE had onvoldoende aangetoond dat de nazorgactie van Dura Vermeer de gebreken niet had verholpen. De klachten over hang- en sluitwerk werden als ongegrond verklaard, mede omdat de VVE na de nazorgactie niet gespecificeerd had aangegeven welke gebreken nog bestonden.
2. **Dakpannen:** Er was onvoldoende bewijs dat loszittende bouten dakpannen hadden doen verzakken. De claims over dakschade werden afgewezen wegens gebrek aan bewijs.
3. **Loopwagens op het dak:** Dura Vermeer had aannemelijk gemaakt dat de loopwagens functioneerden bij oplevering en dat eventuele problemen later waren ontstaan door omstandigheden buiten haar controle. De klacht over de loopwagens werd afgewezen.
4. **Glasbewassingssysteem:** De technische specificaties waren gevolgd, en het systeem functioneerde zoals overeengekomen. De klacht over het glasbewassingssysteem werd ongegrond verklaard.
5. **Noodtrappenhuis:** Er was geen ontwerpfout gemaakt zoals door de VVE gesteld. De lift werd goedgekeurd met een sleutelprotocol, en het ontbreken van een noodluik was geen tekortkoming van Dura Vermeer.
6. **Grootverbruikaansluiting:** De keuze voor een grootverbruikaansluiting was gemaakt in overleg met de VVE en paste binnen de wensen voor toekomstige uitbreidingen zoals laadpalen. De claim van onzorgvuldig handelen door Dura Vermeer werd ongegrond bevonden.
Gezien het feit dat geen van de klachten gegrond werd bevonden, werden alle vorderingen van de VVE afgewezen. De rechtbank veroordeelde de VVE in de proceskosten, begroot op €2.094,00 te vermeerderen met rente indien niet tijdig voldaan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




