De zaak in het kort
In deze zaak, behandeld door de rechtbank Rotterdam, is er een geschil over de wijziging van een splitsingsakte van een pand in Rotterdam. De eisers, de eigenaren van een appartement in het betreffende pand, willen de akte van splitsing wijzigen zodat deze overeenkomt met hun huidige eigendomsstructuur. De gedaagden, eigenaren van een ander appartement in hetzelfde pand, verzetten zich tegen deze wijziging, voornamelijk vanwege een geschil over het gebruiksrecht van een dakterras dat bij hun appartement hoort. De eisers hebben de rechtbank verzocht om de gedaagden te verplichten mee te werken aan de wijziging van de splitsingsakte, onder dreiging van een dwangsom.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding op 28 maart 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 april 2025. De feiten die aan de basis van de zaak liggen, betreffen de splitsing en ondersplitsing van een pand. Dit pand, gelegen aan [adres 1], was oorspronkelijk gesplitst in twee appartementen, en later werd één van deze appartementen nog eens ondergesplitst in twee aparte wooneenheden. Het dakterras, dat zich op het dak van het gebouw bevindt, is een belangrijk punt van discussie. Volgens de originele akte van splitsing behoort het dak tot de gemeenschappelijke delen van het gebouw.
De eisers, die sinds 2021 eigenaar zijn van een van de appartementen, willen hun appartement samenvoegen met een ander appartement dat ze onlangs hebben gekocht. Om dit te realiseren moet de akte van splitsing worden aangepast. De gemeente heeft verklaard dat er geen vergunning nodig is voor deze samenvoeging. Een conceptakte voor de wijziging van de splitsing is opgesteld door de notaris, maar de gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen de voorgestelde wijzigingen, met name met betrekking tot het dakterras.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat de eisers een spoedeisend belang hebben bij de wijziging van de splitsingsakte, omdat zij hierdoor kunnen voldoen aan de eisen van hun hypotheekverstrekker en belastingtechnische problemen kunnen voorkomen. De rechter stelde vast dat het dak van het pand een gemeenschappelijk onderdeel is, zoals bepaald in de originele splitsingsakte, en dat er geen rechtsgeldige wijziging heeft plaatsgevonden die dit zou veranderen.
De rechtbank concludeerde dat de gedaagden moeten meewerken aan de wijziging van de splitsingsakte, zoals vastgelegd in de conceptakte van 18 september 2024, met enkele aanpassingen. De primair gevorderde voorziening werd afgewezen, maar de subsidiair gevorderde voorziening werd toegewezen. Dit betekent dat de gedaagden moeten meewerken aan het passeren van de notariële akte zonder dat er exclusieve gebruiksrechten voor het dakterras worden toegekend.
Daarnaast werd een dwangsom van € 1.000 per dag opgelegd aan de gedaagden voor elke dag dat zij niet voldoen aan de veroordeling, tot een maximum van € 15.000. Tot slot werden de gedaagden veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van de eisers, die in totaal € 2.145,43 bedragen.
De rechtbank benadrukte dat hoewel de eisers het dakterras moeten dulden, dit niet betekent dat zij moeten instemmen met een wijziging van de eigendomsrechten. Er werd gesuggereerd dat partijen in mediation zouden kunnen gaan om tot een oplossing te komen over het gebruik en onderhoud van het dakterras, maar in afwachting daarvan moeten zij accepteren dat er onenigheid is. De zaak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nagekomen, zelfs als er hoger beroep wordt aangetekend.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.