De zaak in het kort
Stichting Exploitatie Residentie Terneuzen (SERT) betaalde € 50.000,00 aan Robo B.V. Na het faillissement van SERT eiste de curator dit bedrag terug, stellende dat de betaling onverschuldigd was. De rechtbank wees de vordering af, omdat de betaling een aflossing was op een bestaande rekeningcourantverhouding tussen SERT en Robo.
Het verloop van het proces en de feiten
Het proces begon met een dagvaarding op 13 mei 2024, gevolgd door verschillende processtukken, zoals de conclusie van antwoord van Robo, aanvullende producties en een mondelinge behandeling op 7 februari 2025. De feiten die aan deze zaak ten grondslag liggen zijn als volgt:
1. Op 15 november 2022 werd SERT failliet verklaard, met een curator benoemd om de afwikkeling te begeleiden. SERT verleende diensten aan een serviceflat genaamd “Residentie Terneuzen”.
2. Robo B.V., gevestigd in Gorinchem, is actief in management en bedrijfsvoering. Een voormalig bestuurder van SERT, [naam 1], was ook betrokken bij Robo.
3. SERT maakte op 11 april 2019 een betaling van € 50.000,00 aan Robo.
4. Op 21 september 2023 sommeerde de curator Robo om het bedrag terug te betalen, wat niet gebeurde.
De curator stelde dat er geen rechtsgrond was voor de betaling, terwijl Robo beweerde dat het een aflossing was binnen een rekeningcourantverhouding. Robo ondersteunde deze claim met jaarrekeningen van SERT die de schuld aan Robo vermeldden.
De beslissing van de rechtbank
De kernvraag was of er een rechtmatige rekeningcourantverhouding tussen SERT en Robo bestond. De rechtbank oordeelde dat deze inderdaad bestond, en dat de betaling van € 50.000,00 een juiste aflossing was. Dit oordeel was gebaseerd op de volgende overwegingen:
1. **Bewijslast en stelplicht:** De curator had de bewijslast om aan te tonen dat de betaling onverschuldigd was. Robo had echter gemotiveerd aangegeven dat de betaling een aflossing op een bestaande schuld was. De curator slaagde er niet in deze stelling voldoende te weerleggen, waardoor bewijslevering achterwege bleef.
2. **Rekeningcourantverhouding:** De administratie van SERT, inclusief jaarrekeningen en kolommenbalansen, toonde een consistente schuld aan Robo. De rechtbank vond dat deze documenten voldoende bewijs leverden voor het bestaan van de schuld en de rechtmatigheid van de betaling.
3. **Ontstaan van de schuld:** Robo legde uit dat de schuld ontstond uit afspraken tussen SERT en andere partijen, waaronder een lening van Heereweegen B.V. aan SERT en een daaropvolgende overdracht van deze schuld aan Robo. De rechtbank vond deze uitleg plausibel en voldoende onderbouwd.
4. **Verweer van de curator:** De curator voerde aan dat de verklaringen van Robo inconsistent waren en dat er geen bewijs van geldstromen was. De rechtbank oordeelde dat de curator onvoldoende bewijs leverde om deze beweringen te ondersteunen en oordeelde dat de door Robo gestelde gang van zaken waarschijnlijk was.
5. **Proceskosten:** De curator werd in de proceskosten veroordeeld omdat hij de zaak verloor. Deze kosten bedroegen € 5.495,00, inclusief griffierecht, advocaatkosten en nakosten. Ook werd de curator veroordeeld tot betaling van wettelijke rente over deze kosten als ze niet tijdig voldaan werden.
De rechtbank besloot dat de betaling van € 50.000,00 niet onverschuldigd was en dat de vorderingen van de curator moesten worden afgewezen. De curator werd veroordeeld in de proceskosten van Robo, en de uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hiermee eindigde de zaak in het voordeel van Robo B.V.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.