VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBROT:2025:4803 erfgenaam en verblijvingsbeding in samenlevingsovereenkomst

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 3 mins read
A A
0

De zaak in het kort

De rechtbank Rotterdam heeft een uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de dochter van een overleden man (hierna de erflater) en de partner van de erflater. De kern van de zaak draait om de geldigheid en uitvoering van een samenlevingsovereenkomst met verblijvingsbeding die de erflater en zijn partner hadden afgesloten. De dochter, als enig erfgenaam, betwistte de geldigheid van de samenlevingsovereenkomst en het verblijvingsbeding dat de partner van de erflater het recht zou geven op alle gemeenschappelijke bezittingen na het overlijden van de erflater. De rechtbank moest onder meer oordelen over de vraag of de samenlevingsovereenkomst nog geldig was, of het verblijvingsbeding om baat of om niet was, en welke goederen onder het verblijvingsbeding vielen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 belastingrechtelijk hoger beroep over WOZ-waarde woning

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 kort geding over aanbiedingsverplichting bedrijfsruimte

ECLI:NL:GHARL:2025:1261 gerechtshof onderzoekt ondertoezichtstelling van twee minderjarigen

Het verloop van het proces en de feiten

De erflater, die geen testament had opgesteld, had een samenlevingsovereenkomst met zijn partner, waarin een verblijvingsbeding was opgenomen. Na zijn overlijden ontstond er een conflict tussen zijn dochter en zijn partner over de afwikkeling van de nalatenschap. De dochter aanvaardde de nalatenschap beneficiair en stelde dat de samenlevingsovereenkomst was beëindigd omdat de relatie tussen de erflater en zijn partner was beëindigd. Ze betoogde dat de eigendommen van de erflater daarom aan haar toekwamen. Daarnaast voerde zij aan dat als het verblijvingsbeding nog wel geldig was, het een verblijvingsbeding om baat betrof, wat zou betekenen dat de partner van de erflater haar een vergoeding zou moeten betalen voor de overwaarde van de gemeenschappelijke goederen.

De partner van de erflater betwistte de stellingen van de dochter en hield vol dat de samenlevingsovereenkomst geldig was en dat het verblijvingsbeding zonder inbreng van waarde was. Zij stelde dat alle gemeenschappelijke goederen, inclusief de woning en de inboedel, aan haar toekwamen.

Tijdens de procedure zijn er diverse documenten en verklaringen uitgewisseld en is er beslag gelegd op de bezittingen om de rechten van de dochter veilig te stellen. Ondanks pogingen tot een minnelijke schikking, bleven de partijen het oneens, wat leidde tot een volledige juridische procedure.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de samenlevingsovereenkomst tussen de erflater en zijn partner geldig was en dat het verblijvingsbeding zonder inbreng van waarde was. Dit betekende dat de gemeenschappelijke bezittingen, waaronder de woning en de inboedel, aan de partner van de erflater toekwamen. De rechtbank wees de vorderingen van de dochter om de samenlevingsovereenkomst ongeldig te laten verklaren en om een vergoeding te krijgen op basis van een verblijvingsbeding om baat af.

Verder bepaalde de rechtbank dat de bankrekeningen niet als gemeenschappelijk werden beschouwd, waardoor de saldi op de rekeningen aan de dochter toekwamen als enig erfgenaam. De auto en de elektrische fiets van de erflater werden ook aan de dochter toegewezen, aangezien deze persoonlijke eigendommen niet onder het verblijvingsbeding vielen.

De rechtbank erkende het recht van de dochter op haar legitieme portie, maar stelde vast dat deze volgens het overgangsrecht pas opeisbaar werd na het overlijden van de partner van de erflater. De rechtbank wees de vorderingen van de dochter en de partner over de hoogte en de opeisbaarheid van de legitieme portie mede op basis van de samenlevingsovereenkomst en het daarop toepasselijke recht.

ADVERTISEMENT

Ten aanzien van de beslagen die de dochter had laten leggen, oordeelde de rechtbank dat deze op zichzelf niet ondeugdelijk waren, maar bepaalde dat het beslag op de woning moest worden opgeheven zodra de partner van de erflater ervoor zorgde dat de dochter ontslagen werd uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld.

De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat het direct nageleefd moet worden, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Al met al bevestigde de rechtbank de geldigheid van de samenlevingsovereenkomst en het verblijvingsbeding om niet, met als gevolg dat de partner van de erflater de gemeenschappelijke bezittingen zonder vergoeding aan de dochter kon behouden. De dochter behield echter haar rechten op de persoonlijke eigendommen van de erflater en de banktegoeden, evenals haar toekomstige legitieme portie.

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:GHDHA:2025:670 gerechtshof Den Haag verwerpt schadeclaim bij pandontwikkeling

Next Post

ECLI:NL:RVS:2025:1843 Raad van State herroept geweigerde omgevingsvergunning Rotterdamse tearoom

Gerelateerde uitspraken>>>

Verjaring in de VvE

ECLI:NL:GHAMS:2025:1786 belastingrechtelijk hoger beroep over WOZ-waarde woning

12/07/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:RBGEL:2025:5206 kort geding over aanbiedingsverplichting bedrijfsruimte

11/07/2025
Verjaring in de VvE

ECLI:NL:GHARL:2025:1261 gerechtshof onderzoekt ondertoezichtstelling van twee minderjarigen

10/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.