VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
VvErechtspraak.nl
Geen resultaten
Bekijk alle resultaten

ECLI:NL:RBROT:2025:6951 huurprijsvermindering en schadevergoeding bij lekkage

by VvERechstpraak.nl
26/06/2025
Reading Time: 2 mins read
A A
0

De zaak in het kort

In deze civiele zaak voor de rechtbank Rotterdam staan huurders [eiseres] en [eiser] tegenover verhuurder [gedaagde]. Het geschil draait om een lekkage in de huurwoning die leidde tot schimmelproblemen en daarmee een vermindering van het woongenot voor [eiseres] en [eiser]. Zij eisen een huurprijsvermindering van 60% voor de periode van 29 december 2023 tot 23 mei 2024 en een schadevergoeding voor de extra kosten die zij hebben moeten maken. De rechtbank heeft een gedeeltelijke huurprijsvermindering toegekend, maar de schadevergoeding afgewezen.

Gerelateerde uitspraken

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

ECLI:NL:RVS:2025:3139 vereniging van eigenaars verliest bezwaar bestemmingsplan

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 heffing WOZ-waarde woning gerechtvaardigd

Het verloop van het proces en de feiten

De zaak begon met een dagvaarding van [eiseres] en [eiser] op 20 september 2024. Zij huurden samen een woning van [gedaagde]. Voorafgaand aan de zaak was er op 29 december 2023 een lekkage in de badkamer geconstateerd, die een laag water onder de laminaatvloer veroorzaakte en leidde tot vocht- en schimmelproblemen in de woning. Door deze lekkage kon bijna de helft van de woning, inclusief een slaapkamer, de woonkamer en de entree, niet gebruikt worden. De lekkage werd op 13 februari 2024 verholpen, maar de schimmelproblemen bleven aanwezig tot 31 mei 2024 toen de gevolgschades werden hersteld.

Tijdens de zitting op 7 mei 2025 waren beide partijen aanwezig. [eiseres] en [eiser], vertegenwoordigd door hun gemachtigde dhr. V.A. Valjavec, eisten een huurprijsvermindering van 60% over de periode dat de woning niet volledig bruikbaar was. Daarnaast eisten zij een schadevergoeding voor de extra kosten van tijdelijke woonruimte die zij tijdens de herstelwerkzaamheden moesten huren. [gedaagde] betwistte de proportionaliteit van de gevraagde huurprijsvermindering en de hoogte van de schadevergoeding, al voerde hij aan dat hij zijn best had gedaan om de lekkage en de gevolgen daarvan zo snel mogelijk op te lossen.

De beslissing van de rechtbank

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een gebrek aan het gehuurde, gezien de aanwezigheid van water en schimmel als gevolg van de lekkage. De kantonrechter kende een huurprijsvermindering toe: 60% voor de periode van 29 december 2023 tot en met 13 februari 2024, waarin de lekkage actief was, en 40% voor de periode van 14 februari 2024 tot 23 mei 2024, toen de schimmelproblemen nog aanhielden.

De rechter wees de schadevergoeding af. De beslissing was gebaseerd op het feit dat er geen sprake was van een gebrek dat bij aanvang van de huurovereenkomst aanwezig was of aan [gedaagde] toerekenbaar was. De kantonrechter vond dat [eiseres] en [eiser] onvoldoende hadden aangetoond dat [gedaagde] nalatig was geweest in zijn herstelwerkzaamheden. Uit de correspondentie bleek dat [gedaagde] tijdig had gereageerd op de meldingen en acties had ondernomen om de problemen te verhelpen.

Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld tot het betalen van € 3.682,12 aan [eiseres] en [eiser] voor de onverschuldigd betaalde huur en € 596,78 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter vond dit bedrag redelijk en baseerde het op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Verder moest [gedaagde] de proceskosten betalen, die werden begroot op € 1.061,72.

Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het direct kon worden uitgevoerd, zelfs als er hoger beroep zou worden aangetekend. De uitspraak benadrukte de verantwoordelijkheid van verhuurders om te zorgen voor een gebrekenvrije woonruimte en de rechten van huurders op huurprijsvermindering bij verminderd woongenot.

ADVERTISEMENT

Lees de originele uitspraak hier.

Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.

ShareSendSend
Previous Post

ECLI:NL:RBDHA:2025:10358 beroep ongegrond omtrent herstel Kadastergegevens

Next Post

ECLI:NL:GHDHA:2025:1065 geschil over funderingsherstel mandelige muur

Gerelateerde uitspraken>>>

Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RBAMS:2025:4420 jeugdstraf voor rol bij ontploffing en mishandeling

12/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:RVS:2025:3139 vereniging van eigenaars verliest bezwaar bestemmingsplan

12/07/2025
Bestemming van het appartement

ECLI:NL:GHAMS:2025:1785 heffing WOZ-waarde woning gerechtvaardigd

12/07/2025

VvErechtspraak.nl

  • Contact
  • Over ons

Bezoek ook eens

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.

Geen resultaten
Bekijk alle resultaten
  • VvE beheer
  • VvE-Incasso
  • Aansprakelijkheid bestuur
  • Procesrecht
  • Overlast en hinder
  • Onderhoud
  • Overige categorieën
    • Bestemming van het appartement
    • Diversen
    • Lekkage en andere schade
    • Rechtsgeldigheid VvE besluit
    • Verbouwingen
    • Verduurzaming
    • Verjaring in de VvE
    • Vervangende machtiging
    • Wijzigingen van de splitsingsakte

Alle rechten onder voorbehoud © 2025 VvE Rechtspraak.