De zaak in het kort
In deze zaak speelde een conflict tussen een juridisch advieskantoor, hierna aangeduid als [eiser], en Google Ireland Ltd. [eiser] verzocht Google om negatieve reviews over zijn bedrijf op Google Maps te verwijderen en de gegevens van de gebruikers die deze reviews hadden geplaatst, aan hem te verstrekken. Hoewel Google de negatieve reviews aanvankelijk verwijderde, weigerde het de gevraagde gebruikersgegevens vrij te geven. De rechtbank moest een belangenafweging maken en kwam tot de conclusie dat de vorderingen van [eiser] werden afgewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding op 9 mei 2025. [eiser] exploiteert een juridisch advieskantoor onder de naam [bedrijf]. Op Google Maps verschenen in april 2024 en februari 2025 twee negatieve recensies over [eiser] en zijn bedrijf, beide met een beoordeling van één ster. Deze recensies beschuldigden [eiser] van negatief en conflictueus gedrag, evenals beledigende uitlatingen. [eiser] verzocht Google om deze recensies te verwijderen en de gebruikersgegevens van de accounts die de recensies hadden geplaatst, te verstrekken.
Google heeft een beleid voor de inhoud die door gebruikers op Google Maps wordt geplaatst, waarin onder meer staat dat valse betrokkenheid en aanstootgevende content niet zijn toegestaan. Op 25 april 2025 verwijderde Google de recensies omdat ze zich uitsluitend richtten op de persoon van [eiser] en niet op zijn bedrijf, wat in strijd is met het Maps-contentbeleid. Echter, op 25 mei en 30 mei 2025 verscheen een van de recensies opnieuw online, waarna Google deze opnieuw verwijderde.
Tijdens de zitting op 16 juni 2025 betoogde [eiser] dat de uitlatingen in de recensies feitelijk onjuist en schadelijk waren, en dat hij de identiteit van de reviewers wilde achterhalen om hen aansprakelijk te stellen voor schadevergoeding of rectificatie. Google betwistte het spoedeisend belang van [eiser] en stelde dat de recensies een weergave waren van de persoonlijke beleving van de recensenten. Google benadrukte dat de anonimiteit van gebruikers alleen kan worden doorbroken bij serieuze inbreuken op de persoonlijke levenssfeer, wat hier volgens hen niet het geval was.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat, hoewel Google in Ierland is gevestigd, de zaak onder de Nederlandse rechtsmacht valt omdat de gestelde schade in Nederland is geleden. De rechter erkende dat de vorderingen van [eiser] zijn gebaseerd op een vermeende onrechtmatige daad. Echter, bij de beoordeling van de vraag of Google verplicht was de gebruikersgegevens te verstrekken, maakte de rechter een belangenafweging tussen de betrokken partijen.
De rechter constateerde dat de inhoud van de recensies aannemelijk maakte dat de personen achter de reviews geen klanten van [eiser] waren, maar mogelijk betrokken waren bij een geschil met [bedrijf]. De recensies leken persoonlijke ervaringen te beschrijven, wat werd ondersteund door het feit dat de reviews verschillende ‘likes’ hadden. Bovendien had [eiser] niet concreet aangetoond dat hij omzet of andere schade had geleden door de recensies. Daardoor werd het spoedeisend belang van [eiser] betwist.
Gezien deze omstandigheden concludeerde de rechter dat de recensies niet onrechtmatig of onnodig grievend waren. [eiser] had dus geen reëel belang bij het achterhalen van de identiteit van de reviewers. Bovendien waren de recensies al verwijderd door Google, waardoor er niets meer te rectificeren viel. De rechtbank besloot dat de belangen van Google en haar gebruikers bij de bescherming van de persoonsgegevens zwaarder wogen dan het belang van [eiser] bij de verstrekking van de gevraagde gegevens. De vordering tot het verschaffen van gebruikersgegevens werd daarom afgewezen.
Ook de vordering tot het verwijderen en verwijderd houden van de recensies werd afgewezen, omdat de recensies al verwijderd waren. Daarbij had Google tijdens de zitting toegezegd dat zij eventuele toekomstige negatieve reviews vanuit de betrokken accounts direct zou verwijderen. De voorzieningenrechter had geen reden om aan te nemen dat Google zich niet aan deze toezegging zou houden.
Ten slotte werd [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Google, begroot op een totaalbedrag van €1.999,00. De uitspraak van de rechtbank toonde aan dat de balans tussen de vrijheid van meningsuiting op internet en de bescherming van persoonlijke rechten een delicate kwestie blijft, waarbij de rechter in dit geval de voorkeur gaf aan de bescherming van de anonimiteit van de gebruikers en de richtlijnen van Google.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.