De zaak in het kort
In deze zaak bij de rechtbank Rotterdam staat een geschil centraal tussen een lid van een Vereniging van Eigenaars (VvE) en het bestuur van die VvE. [persoon A], eigenaar van een appartementsrecht in Rotterdam en lid van de VvE, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van het VvE-bestuur om herstelwerkzaamheden aan de schoorstenen van het gebouw uit te voeren. [persoon A] betoogt dat deze beslissing niet volgens de regels is genomen en wil dat de kosten van de werkzaamheden uitsluitend door een ander VvE-lid, [persoon C], worden gedragen. De VvE beweert dat het besluit gerechtvaardigd was vanwege een spoedeisende situatie door lekkage. Zowel de verzoeken van [persoon A] als die van de VvE worden door de rechtbank als niet-ontvankelijk of ongegrond verklaard.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een verzoekschrift van [persoon A] op 29 november 2024, gevolgd door een verweerschrift en een tegenverzoek van de VvE. Tijdens een zitting op 24 april 2025 zijn beide partijen gehoord. [persoon A] is eigenaar van een appartement in een gebouw waarvan de VvE drie leden heeft, namelijk [persoon A], [persoon B] en [persoon C]. In september 2024 was er lekkage in de woning van [persoon C] door vochtdoorslag bij de schoorstenen. Het bestuur van de VvE gaf aan een aannemersbedrijf opdracht voor herstelwerkzaamheden om verdere schade te voorkomen.
[persoon A] heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het bestuur, met het argument dat er geen spoedeisende situatie was waarvoor het bestuur zelfstandig kon handelen zonder een formele VvE-vergadering. Daarnaast stelt [persoon A] dat het bestuur van de VvE nalatig heeft gehandeld en vraagt om inzage in documenten zoals de jaarrekening van de VvE over 2023.
De VvE daarentegen voert aan dat er wel degelijk een spoedeisende situatie was, waardoor onmiddellijk handelen vereist was. Bovendien heeft [persoon C] na zijn vakantie direct actie ondernomen door aannemers te benaderen en de VvE-leden te informeren over de offerte voor de herstelwerkzaamheden. De VvE verzoekt ook om [persoon A] te veroordelen tot het betalen van achterstallige VvE-bijdragen en het stoppen van overlast.
De beslissing van de rechtbank
Na zorgvuldig onderzoek en het horen van beide partijen, heeft de kantonrechter besloten om de verzoeken van [persoon A] met betrekking tot de nietigverklaring of vernietiging van het besluit omtrent de herstelwerkzaamheden af te wijzen. De kantonrechter oordeelt dat er sprake was van een spoedeisende situatie, waardoor het bestuur van de VvE gerechtigd was om zelfstandig te handelen. Er is geen reden gevonden om aan te nemen dat het bestuur onredelijk of onbillijk heeft gehandeld.
Verder verklaart de kantonrechter [persoon A] en de VvE niet-ontvankelijk in hun overige verzoeken. Voor [persoon A] betekent dit dat haar verzoeken tegen het bestuur van de VvE niet ontvankelijk zijn omdat het verzoekschrift tegen de VvE is ingesteld, niet tegen het bestuur. Voor de VvE geldt dat hun verzoeken tegen [persoon A] via een exploot van dagvaarding hadden moeten worden ingesteld, wat niet is gebeurd.
Beide partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld en moeten hun eigen proceskosten dragen. De kantonrechter bepaalt dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat het vonnis direct kan worden uitgevoerd, zelfs als hoger beroep wordt ingesteld.
Deze zaak benadrukt het belang van correcte besluitvorming binnen een VvE en de noodzaak voor leden om hun verzoeken en claims op de juiste juridische manier in te dienen. Het vonnis toont aan dat de rechter een sterke nadruk legt op de redelijkheid en billijkheid van de besluitvorming binnen een VvE en de noodzakelijkheid van spoedeisend handelen in geval van acute problemen zoals lekkage.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.