De zaak in het kort
De zaak speelt zich af tussen [persoon A], een appartementseigenaar, en de Vereniging van Eigenaars (VvE) die verantwoordelijk is voor het onderhoud van het gebouw waarin [persoon A] een appartement bezit. Het conflict ontstond toen [persoon C], een ander lid van de VvE, een lekkage in zijn appartement rapporteerde, veroorzaakt door vochtdoorslag bij de schoorstenen op het dak. De VvE besloot snel tot herstelwerkzaamheden zonder een vergadering te beleggen, wat [persoon A] betwistte. [persoon A] wilde dat het besluit nietig werd verklaard en dat de kosten van de herstelwerkzaamheden voor rekening van [persoon C] zouden komen. Daarnaast had [persoon A] meerdere verzoeken, waaronder inzage in documenten van de VvE. De VvE wilde op haar beurt [persoon A] laten betalen voor achterstallige VvE-bijdragen en een schadevergoeding vanwege overlast. De rechtbank wees de meeste verzoeken af en verklaarde beide partijen deels niet-ontvankelijk.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een verzoekschrift van [persoon A] op 29 november 2024. De rechtbank moest beoordelen of de VvE het recht had om zonder vergadering herstelwerkzaamheden uit te voeren aan de schoorstenen, die de oorzaak waren van de lekkage in het appartement van [persoon C]. De VvE had snel gehandeld door een aannemer in te schakelen om de schade te herstellen, op basis van de spoedeisendheid van de situatie, aangewakkerd door de hevige regenval in het najaar van 2024.
[persoon A] betoogde dat er geen sprake was van een spoedeisende situatie, zoals vastgelegd in artikel 41 lid 5 van het modelreglement, en dat de besluitvorming had moeten plaatsvinden tijdens een formele vergadering van de VvE. Verder beweerde [persoon A] dat het bestuur van de VvE nalatig was geweest, wat had geleid tot schade voor de VvE. Zij eiste dat de kosten van de herstelwerkzaamheden exclusief door [persoon C] zouden worden gedragen en vroeg om inzage in bepaalde documenten van de VvE, waaronder de jaarrekening.
De VvE stelde daarentegen dat de situatie wel spoedeisend was en dat hun handelen gerechtvaardigd was. Nadat [persoon C] de lekkage had gemeld, had hij diverse aannemers benaderd. De gekozen aannemer, [naam bedrijf], had geen hoge kosten in rekening gebracht voor het opstellen van een offerte en kon snel aan de slag, wat van belang was gezien de voortdurende lekkageproblemen.
Naast de kwestie van de lekkage, diende de VvE een tegenverzoek in. Zij eiste dat [persoon A] zou worden veroordeeld tot betaling van achterstallige VvE-bijdragen ter waarde van € 5.160,- en dat zij zou stoppen met het veroorzaken van overlast. Ook eiste de VvE een schadevergoeding van € 500,-.
De beslissing van de rechtbank
De kantonrechter oordeelde dat de VvE in redelijkheid en naar billijkheid had gehandeld door de lekkage zonder voorafgaande vergadering aan te pakken, gelet op de spoedeisendheid van de situatie. Er was voldoende bewijs dat de lekkage aanzienlijke schade veroorzaakte en dat deze schade zou verergeren bij uitstel van de reparaties. Daarom wees de rechtbank het verzoek van [persoon A] om het besluit nietig te verklaren of te vernietigen af. Ook het verzoek om de kosten van de herstelwerkzaamheden exclusief op [persoon C] te verhalen werd afgewezen, waardoor de kosten voor de VvE kwamen.
Wat betreft de overige verzoeken van [persoon A], waaronder de inzage in documenten, verklaarde de rechtbank haar niet-ontvankelijk. Dit kwam omdat deze verzoeken tegen het bestuur van de VvE waren gericht, terwijl de procedure formeel tegen de VvE zelf liep en het bestuur geen partij was in deze zaak. Overigens had [persoon A] tijdens de zitting erkend inmiddels de benodigde jaarrekeningen te hebben ontvangen.
De VvE werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken om [persoon A] te veroordelen tot betaling van achterstallige bijdragen en het stoppen van overlast. Deze verzoeken hadden volgens de rechtbank via een exploot van dagvaarding moeten worden ingediend en niet via een schriftelijk verzoekschrift. Bovendien was vastgesteld dat [persoon A] sinds maart 2025 weer de maandelijkse VvE-bijdrage betaalde.
De kantonrechter besloot dat beide partijen hun eigen proceskosten moesten dragen, aangezien geen van beide partijen volledig in het gelijk was gesteld. Daarnaast werd bepaald dat de beschikking uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat deze meteen ten uitvoer kan worden gelegd, zelfs als een van de partijen in hoger beroep zou gaan.
Deze beslissing benadrukt het belang van het correct volgen van de procedures binnen een VvE en legt de nadruk op de noodzaak van adequate communicatie en samenwerking tussen leden om geschillen te voorkomen. Het laat ook zien hoe spoedeisende omstandigheden de standaardprocedures kunnen beïnvloeden, zodat snel handelen gerechtvaardigd kan zijn.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.