De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om een juridisch geschil tussen de besloten vennootschap Koers Groep B.V. en een groep individuele kopers van appartementen, verenigd in een Vereniging van Eigenaren (VvE). Het geschil draait om de uitvoering en betaling van renovatiewerkzaamheden in het Hollandia-gebouw in Vlaardingen. Koers Groep B.V. heeft de renovatiewerkzaamheden uitgevoerd, maar er is een geschil ontstaan over het al dan niet verschuldigd zijn van betalingen voor meerwerk en onbetaalde termijnen. Beide partijen hebben elkaar in conventie en reconventie aangeklaagd, waarbij Koers betaling eist van de openstaande bedragen en de VvE een tegenvordering heeft ingediend voor herstelkosten van tekortkomingen in het werk van Koers.
Het verloop van het proces en de feiten
De feiten van de zaak beginnen in 2017/2018, toen de groep kopers, aangeduid als [persoon 1] c.s., 14 appartementen in het Hollandia-gebouw kochten. Het gebouw was een voormalig kantoorpand en rijksmonument. De oorspronkelijke projectontwikkelaar, Hermon Erfgoed, voltooide de transformatie van het gebouw niet, waarna de kopers Koers inschakelden voor verdere renovatie. In maart 2021 werden 14 afzonderlijke aannemingsovereenkomsten gesloten met Koers voor de renovatie van de algemene ruimten en individuele appartementen, waarbij de totale aanneemsom werd verdeeld volgens een verdeelsleutel.
Een bouwcommissie, bestaande uit leden van de VvE, werd ingesteld om de bouw te begeleiden. Koers begon op 29 maart 2021 met de werkzaamheden, maar al snel ontstond er discussie over de uitvoering van meerwerk. Koers staakte haar werkzaamheden in maart 2022, waarna de VvE Koers sommeerde de werkzaamheden te hervatten. Toen dit niet gebeurde, werd de overeenkomst door de VvE ontbonden.
In conventie vordert Koers betaling van onbetaalde termijnen van de aanneemsom en meerwerk, terwijl de VvE in reconventie een vergoeding eist voor de herstelkosten die zij hebben moeten maken door het incomplete werk van Koers.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank moet oordelen over de vorderingen in conventie en reconventie. In conventie vordert Koers betaling voor onbetaald meerwerk, onbetaalde aanneemtermijnen en individueel meerwerk. De rechtbank overweegt dat er geen schriftelijke afspraken over meerwerk zijn en dat Koers onvoldoende heeft aangetoond dat de VvE opdracht heeft gegeven voor het meerwerk. Daarnaast heeft Koers de VvE niet tijdig geïnformeerd over prijsverhogingen door meerwerk, waardoor deze vorderingen worden afgewezen.
Voor de onbetaalde aanneemtermijnen oordeelt de rechtbank dat Koers geen oplevering heeft aangetoond, waardoor de laatste termijn niet verschuldigd is. De rechtbank moet echter nog vaststellen of de VvE de aannemingsovereenkomsten rechtsgeldig heeft ontbonden, wat invloed heeft op eventuele betalingsverplichtingen.
In reconventie vorderen de kopers herstelkosten van Koers. De rechtbank overweegt dat de vorderingen niet kunnen worden afgewezen op basis van een vervalbeding in de algemene voorwaarden van Koers, omdat er geen bewijs is van een opleverdatum. De rechtbank hecht echter geen doorslaggevende waarde aan het door de VvE gepresenteerde rapport over de herstelkosten en besluit dat er een nieuw deskundigenrapport moet worden opgesteld om de juiste omvang van de schade en herstelkosten vast te stellen.
De rechtbank stelt de partijen in de gelegenheid om zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige en de aan deze te stellen vragen. Het vonnis is nog niet definitief, aangezien verdere besluiten in de zaak worden aangehouden totdat het deskundigenrapport is opgesteld en de partijen zich hebben uitgesproken over de benoeming van een deskundige. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.