De zaak in het kort
Deze zaak betreft een geschil tussen een individuele appartementseigenaar, [eiser], en de Vereniging van Eigenaren (VvE) samen met twee andere bewoners, [gedaagde 2] en [gedaagde 3]. Het conflict draait om de schade aan een gemeenschappelijke centrale verwarmingsleiding (CV-leiding) in een appartementencomplex. De schade werd veroorzaakt door werkzaamheden in het appartement van [gedaagde 3] en heeft ertoe geleid dat de radiator in de slaapkamer van [eiser] niet meer functioneert. [eiser] eiste dat de VvE de leiding zou herstellen en verzocht tevens om een schadevergoeding en vergoeding van de kosten van een deskundige. De rechtbank beoordeelde de zaak en wees de eisen van [eiser] af.
Het verloop van het proces en de feiten
Het conflict ontstond toen de vader van [gedaagde 3] tijdens kluswerkzaamheden in het appartement van zijn dochter per ongeluk de CV-leiding beschadigde. Deze leiding is een gemeenschappelijk onderdeel van het appartementencomplex. De schade heeft gevolgen gehad voor [eiser], die in hetzelfde gebouw woont en de bovenbuurman is van [gedaagde 3]. Ondanks dat een deel van de schade is hersteld door de verzekering van de vader van [gedaagde 3], blijft de radiator in de slaapkamer van [eiser] defect, waardoor hij de kamer niet kan verwarmen.
[eiser] besloot juridische stappen te ondernemen en eiste dat de VvE binnen een maand de CV-leiding op de juiste manier zou herstellen, zoals voorgeschreven door een deskundige. Hij eiste ook dat de VvE, [gedaagde 2], en [gedaagde 3] gezamenlijk de kosten van de deskundige en een schadevergoeding zouden betalen. De VvE erkende de verantwoordelijkheid voor het herstel van de CV-leiding, maar kon geen aannemer vinden die bereid was het herstel op de door [eiser] gewenste wijze uit te voeren. Er was ook onenigheid over de voorwaarden waaronder het door [eiser] voorgestelde bedrijf kon worden ingeschakeld.
Tijdens de zitting op 5 maart 2025 werden de mogelijkheden voor herstel besproken. De VvE had een aannemer die de schade vanuit het appartement van [eiser] kon herstellen, maar [eiser] wilde dat het herstel via het appartement van [gedaagde 3] zou plaatsvinden, zoals de deskundige ook had aangegeven. Een alternatieve oplossing vanuit het appartement van [eiser] werd door de VvE voorgesteld, maar [eiser] weigerde dit te accepteren.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank Rotterdam wees de eisen van [eiser] grotendeels af. De rechtbank stelde vast dat de VvE verantwoordelijk is voor het herstel van de CV-leiding, maar dat het aan de VvE is om te bepalen hoe dit herstel plaatsvindt. De rechtbank wees erop dat [eiser] niet kan voorschrijven dat het herstel op de door hem gewenste wijze moet plaatsvinden, vooral als er geen aannemers zijn die het op die manier willen uitvoeren.
De rechtbank gaf de VvE een langere termijn dan de geëiste maand om de CV-leiding te herstellen, omdat het vinden van een aannemer vaak meer tijd in beslag neemt. De rechter vond ook dat er geen reden was om een dwangsom op te leggen, aangezien de VvE bereid was de leiding te herstellen. De eis voor vergoeding van de deskundigenkosten werd afgewezen, omdat eerder was bepaald dat deze kosten voor rekening van [eiser] zouden komen. De eis voor schadevergoeding werd eveneens afgewezen, omdat de aansprakelijkheidsverzekering van de vader van [gedaagde 3] al had bevestigd bereid te zijn de schade te vergoeden.
[eiser] werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten, omdat hij grotendeels ongelijk kreeg in de zaak. De rechtbank vonniste dat de VvE de CV-leiding binnen twee maanden na de betekening van het vonnis moet laten herstellen, maar dat [eiser] geen aanspraak kan maken op schadevergoeding of andere kostenvergoedingen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het meteen uitgevoerd kan worden ondanks mogelijke verdere hoger beroep procedures.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.