De zaak in het kort
In deze rechtszaak tussen Betonboringen Zuid-Nederland B.V. (Betonboringen) en Nami Dakwerken B.V. (Nami) oordeelt de rechtbank over een geschil dat ontstond na boorwerkzaamheden voor de aanleg van zonnepanelen. Betonboringen had gaten geboord op verzoek van Nami, waarbij enkele kabels en leidingen werden geraakt. Nami weigerde de factuur van Betonboringen te betalen en eiste schadevergoeding voor de ontstane schade. De rechtbank oordeelde dat Betonboringen niet aansprakelijk was voor de schade en dat Nami de factuur moest voldoen.
Het verloop van het proces en de feiten
Betonboringen, een bedrijf dat gespecialiseerd is in boren en zagen in beton, werd door Nami, een dakdekkersbedrijf, ingeschakeld om gaten te boren voor de installatie van zonnepanelen in een appartementencomplex. Na een offerteproces en een werkplekinspectie werden de werkzaamheden gepland op 29 februari 2024. Tijdens het boren werden een coaxkabel en waterleiding geraakt. Nami schakelde daarop een derde partij in voor reparatie. Tijdens de reparatiewerkzaamheden werden door Betonboringen ook een gasleiding en stroomkabel geraakt.
Betonboringen verstuurde een factuur voor de werkzaamheden, die Nami vervolgens weigerde te betalen. Nami stelde Betonboringen aansprakelijk voor de veroorzaakte schade en eiste een schadevergoeding. Betonboringen beriep zich op een exoneratieclausule in haar algemene voorwaarden waarin stond dat zij niet aansprakelijk is voor schade aan ondergrondse leidingen, tenzij de opdrachtgever hen voldoende had geïnformeerd over de ligging daarvan.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelde de verplichtingen van Betonboringen op basis van de aannemingsovereenkomst en de daarbij horende waarschuwingsplicht. Volgens de rechter had Betonboringen zich als een redelijk handelend aannemer gedragen en was er geen sprake van een tekortkoming. De rechtbank stelde vast dat Nami op de hoogte was van de risico’s en dat er geen specifieke afspraken waren gemaakt over het aftekenen van boorgaten of de aanwezigheid van Nami tijdens de werkzaamheden.
De kantonrechter oordeelde dat Betonboringen geen specifieke waarschuwingsplicht had, omdat het bedrijf geen expert was op het gebied van leidingen en het onbekend was waar de leidingen precies liepen. Bovendien was in de offerte opgenomen dat vanwege leidingwerk de boormachine anders gepositioneerd moest worden. Aangezien Nami niet aanwezig was om de gaten af te tekenen en er geen afspraak was dat dit noodzakelijk was, kon Betonboringen het werk uitvoeren zoals overeengekomen.
De rechtbank wees de schadevordering van Nami af. Er was geen toerekenbare tekortkoming van Betonboringen vastgesteld, waardoor de schade niet op hen kon worden verhaald. Betonboringen had recht op betaling van het openstaande bedrag van de factuur. De rechtbank veroordeelde Nami tot betaling van het verschuldigde bedrag van € 1.365,20, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente. Daarnaast werd Nami veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventionele als de reconventionele procedures.
De uitspraak maakte duidelijk dat een aannemer zich moet houden aan de verplichtingen uit de overeenkomst en dat een exoneratieclausule kan worden ingeroepen wanneer er geen sprake is van nalatigheid of tekortkoming. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Nami de veroordeling moet nakomen ondanks eventueel hoger beroep.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.