De zaak in het kort
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een verdachte veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder opzetheling van een dure fiets, diefstal uit een auto, meerdere inbraken en pogingen tot inbraak in sportverenigingen en bergingen. De verdachte heeft een gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd gekregen, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook besloten over de vorderingen van benadeelde partijen en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak tegen de verdachte werd behandeld op 6 juni 2025, waar zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten presenteerden. De verdachte werd beschuldigd van diverse strafbare feiten, waaronder opzet- of schuldheling van een mountainbike, drie inbraken in bergingen, vier pogingen tot inbraak in bergingen, inbraken in clubhuizen van sportverenigingen, en een inbraak in een auto.
De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de meeste feiten, waaronder de opzetheling van de mountainbike en de inbraken. Voor een aantal feiten, zoals de inbraak in clubhuizen van sportverenigingen, werd schakelbewijs aangevoerd, waarbij de modus operandi van verdachte bij verschillende feiten overeenkwam. De verdediging erkende sommige beschuldigingen, maar ontkende de betrokkenheid van de verdachte bij andere feiten.
De rechtbank beoordeelde de bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte, getuigenverklaringen en bewijsmateriaal zoals camerabeelden en DNA-sporen. Het oordeel was dat de verdachte opzettelijk een mountainbike had geheeld, meerdere inbraken en pogingen daartoe had gepleegd, en goederen had gestolen uit een auto.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank vond de verdachte schuldig aan de feiten zoals beschreven in de aanklacht, met uitzondering van enkele onderdelen waar onvoldoende bewijs voor was. Voor de bewezen feiten werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een verplichte opname in een forensische verslavingsafdeling en medewerking aan reclasseringstoezicht en schuldhulpverlening.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn drugsverslaving, en het feit dat hij eerder veroordeeld was voor soortgelijke feiten. Het doel van de voorwaardelijke straf en de bijzondere voorwaarden is om de verdachte te helpen zijn verslaving aan te pakken en het risico op herhaling te verminderen.
Wat betreft de vorderingen van benadeelde partijen oordeelde de rechtbank dat sommige vorderingen niet-ontvankelijk waren omdat de schade al door de Vereniging van Eigenaars was vergoed of omdat de vordering onvoldoende onderbouwd was. Andere vorderingen werden gedeeltelijk toegewezen, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van het delict.
Tot slot werd de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf van 60 dagen gevangenisstraf gelast, omdat de verdachte opnieuw strafbare feiten had gepleegd tijdens de proeftijd. De rechtbank besloot ook over het beslag en beval de teruggave van een in beslag genomen keukenmes aan de verdachte, aangezien dit voorwerp niet vatbaar was voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.
