De zaak in het kort
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft zich gebogen over een geschil tussen een groep eisers, bestaande uit verschillende kopers en een Vereniging van Eigenaars (VvE), en de ontwikkelaars Kopare Development B.V. en Tinyhouseworld B.V. De eisers vorderen dat Kopare en Tinyhouse hun verplichtingen nakomen met betrekking tot de bouw en afwerking van een recreatiepark, dat bestaat uit woningen en tiny houses. De kern van het geschil draait om de vraag of Kopare en Tinyhouse hun contractuele verplichtingen niet zijn nagekomen, met als gevolg dat de woningen niet verhuurklaar zijn en de kopers hun geplande rendement mislopen.
Het verloop van het proces en de feiten
Kopare is belast met de ontwikkeling van een recreatiepark dat gepland was om 97 luxe woningen, 9 tiny houses en een treehouse te bevatten. De infrastructuur van het park zou worden voorzien van diverse faciliteiten, waaronder een centrumgebouw en een spraypark. De kopers kochten de woningen en tiny houses met de intentie deze te verhuren via Landal Greenparks. Het perceel van het park is gesplitst in appartementsrechten, beheerd door de VvE, die tijdens een Algemene Ledenvergadering heeft besloten tot rechtsmaatregelen tegen Kopare vanwege de tekortkomingen in de leveringen.
De kopers gingen verschillende overeenkomsten aan met Kopare en Tinyhouse voor de aankoop van de woningen en tiny houses. Deze overeenkomsten omvatten zowel koop- als aannemingsovereenkomsten, waarbij specifieke verplichtingen werden vastgelegd voor de bouw en afwerking van de woningen. Echter, de verwachte opleveringsdatum van 18 april 2025 werd niet gehaald, waardoor de woningen niet verhuurklaar zijn en de kopers niet in staat zijn om hun investeringen te laten renderen.
Kopare heeft gedurende de periode van ontwikkeling verschillende toezeggingen gedaan met betrekking tot de opleveringstermijnen, die niet zijn nagekomen. Dit heeft geleid tot spanningen met de kopers en de VvE, die zich genoodzaakt zagen juridische stappen te ondernemen om nakoming af te dwingen. Kopare en Tinyhouse voerden aan dat er geen sprake was van een fatale termijn en dat de vertragingen te wijten waren aan externe factoren, zoals bezwaarprocedures en ongunstige weersomstandigheden.
De beslissing van de rechtbank
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eisers en de VvE een spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen, aangezien de woningen al geruime tijd gereed zijn maar niet aangesloten op nutsvoorzieningen. Hierdoor dreigt verpaupering en is er sprake van een verhoogd risico op schade door leegstand. De rechter achtte de toezeggingen van Kopare met betrekking tot de opleverdatum bindend, en oordeelde dat Kopare in verzuim is geraakt door de gemaakte afspraken niet na te komen.
Kopare is veroordeeld tot het afbouwen van het recreatiepark en de bijbehorende infrastructuur, en Tinyhouse tot het leveren en plaatsen van de tiny houses. Beide partijen zijn ook veroordeeld tot betaling van dwangsommen als zij niet tijdig aan hun verplichtingen voldoen. De gevorderde datum van 18 augustus 2025 voor voltooiing is echter aangepast naar 31 oktober 2025, rekening houdend met de redelijke uitvoeringstijd van de nog uit te voeren werkzaamheden.
De rechter heeft verder geoordeeld dat de vorderingen van de eisers voldoende concreet zijn, ondanks de tegenwerpingen van Kopare, en dat de koop- en aannemingsovereenkomsten, opgesteld door Kopare, duidelijk de verplichtingen van de partijen beschrijven. De vordering van twee eisers werd afgewezen omdat zij geen contractspartij waren van Kopare, maar van een aanverwante entiteit.
Tot slot werden Kopare en Tinyhouse veroordeeld in de proceskosten, waarbij de kosten werden verdeeld naar rato van de aansprakelijkheid en vermeerderd met wettelijke rente indien niet tijdig betaald. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waardoor de veroordeling direct ten uitvoer kan worden gelegd.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.