De zaak in het kort
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant een vordering ingediend tegen de voormalige eigenaren van een appartement, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De VvE eiste betaling van een achterstallige VvE-bijdrage en vergoeding voor de kosten van vervanging van sleutels en sloten. De rechtbank heeft beide vorderingen afgewezen omdat de VvE geen juridische grondslagen voor haar eisen kon aantonen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding op 14 januari 2025. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] waren eigenaars van een appartement, dat ze op 1 november 2023 hebben verkocht en overgedragen aan een nieuwe koper. Tijdens hun eigenaarschap waren zij van rechtswege lid van de VvE en verplicht om een maandelijkse bijdrage van € 113,42 te betalen. Na de verkoop ontstond er een geschil over de betaling van de VvE-bijdrage voor november 2023 en de kosten voor het vervangen van sleutels en sloten, die de VvE als noodzakelijk beschouwde.
De VvE vorderde een totaalbedrag van € 809,06 van [gedaagde 1] en [gedaagde 2], bestaande uit de hoofdsom van de bijdrage, buitengerechtelijke incassokosten en rente. Volgens de VvE hadden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de automatische incasso voor november teruggeboekt en de bijdrage van de notaris ontvangen tijdens de eigendomsoverdracht. Daarnaast stelde de VvE dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] het appartement niet met een volledige set sleutels en programmeerkaarten hadden overgedragen, waardoor de VvE kosten had moeten maken voor vervanging.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voerden verweer door te beweren dat de bijdrage voor november al op 2 oktober 2023 was geïncasseerd en dat zij alle sleutels en tags die zij hadden, aan de koper hadden gegeven. Zij betwistten dat er een verplichting bestond om een specifiek aantal sleutels aan de koper te geven, gezien het ontbreken van een sleutelplan door de VvE.
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank beoordeelde de vorderingen van de VvE en stelde vast dat er geen juridische grondslag was voor de eisen.
Wat betreft de VvE-bijdrage voor november 2023, oordeelde de rechtbank dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] na de eigendomsoverdracht geen leden meer waren van de VvE, waardoor hun verplichting tot betaling van de bijdrage eindigde. Daarnaast werd vastgesteld dat de VvE geen schade had geleden door de betaling van de koper aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2], aangezien de koper de nieuwe eigenaar was en van rechtswege verplicht was om de bijdrage te voldoen.
Met betrekking tot de kosten voor de vervanging van sleutels en sloten, oordeelde de rechtbank dat de VvE geen bewijs had geleverd van een verplichting van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] om een bepaald aantal sleutels aan de koper te overhandigen. De VvE had de akte van splitsing of enig ander voor de leden geldend reglement niet overgelegd, waardoor niet kon worden vastgesteld dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een verplichting hadden geschonden.
Omdat de hoofdsom werd afgewezen, wees de rechtbank ook de vordering voor buitengerechtelijke incassokosten en rente af. De VvE werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 100,-.
De uitspraak benadrukt het belang voor verenigingen van eigenaren om duidelijke juridische grondslagen te hebben wanneer zij vorderingen indienen tegen voormalige leden. Zonder zulke grondslagen kunnen dergelijke vorderingen worden afgewezen, zoals in deze zaak is gebeurd. De kantonrechter, mr. Van der Lende-Mulder Smit, wees het vonnis op 20 augustus 2025 uit.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.