De zaak in het kort
In deze zaak draaide het om de uitbreiding van de tearoom van Taste of Heaven B.V. in Rotterdam. Het bedrijf wilde haar bestaande horecagelegenheid uitbreiden door een intern muurtje te verwijderen en het naastgelegen pand erbij te betrekken. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verleende aanvankelijk de benodigde omgevingsvergunning, maar de rechtbank oordeelde later dat deze in strijd was met het Horecagebiedsplan Kralingen-Crooswijk 2019-2021. De rechtbank vernietigde de besluiten die de omgevingsvergunning verleenden en weigerde de aanvraag uiteindelijk. Zowel het college als de Vereniging van Eigenaren (VvE) gingen hiertegen in hoger beroep bij de Raad van State. De Raad van State boog zich over de vraag of de uitbreiding in strijd was met de relevante beleidsplannen en bestemmingsplannen.
Het verloop van het proces en de feiten
De zaak begon toen het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam op 24 september 2019 een omgevingsvergunning verleende aan Taste of Heaven B.V. voor de uitbreiding van hun tearoom. Deze uitbreiding betrof de samenvoeging van het pand aan de Jonker Fransstraat 88a met het naastgelegen pand aan de Jonker Fransstraat 90a. Het plan was om de interne scheidingsmuur te verwijderen om zo een groter vloeroppervlak te creëren.
De vergunningverlening stuitte op bezwaar van [partij A] en de VvE, die vonden dat de vergunning in strijd was met het Horecagebiedsplan. Zij voerden aan dat het plan in strijd was met de bestemming van het pand, aangezien het bestemmingsplan “Crooswijk” aan de Jonker Fransstraat 90a de bestemming “Detailhandel” toekende en horeca op die locatie niet toestond. Het college verdedigde zijn beslissing door te stellen dat de uitbreiding een uitbreiding van een bestaande inrichting betrof en dat de ruimtelijke impact beperkt zou zijn.
Op 22 april 2022 oordeelde de rechtbank Rotterdam echter dat de verleende omgevingsvergunning inderdaad in strijd was met het Horecagebiedsplan. De rechtbank vond dat er sprake was van een nieuwe inrichting, wat volgens het plan niet was toegestaan. Daarom vernietigde de rechtbank de besluiten van 19 maart 2020 en herzag het besluit van 24 september 2019 door de aanvraag te weigeren. Het college en de VvE waren het niet eens met deze uitspraak en stelden hoger beroep in bij de Raad van State.
De Raad van State behandelde de zaak, waarbij ze vooral keken naar de vraag of het gaat om een nieuwe inrichting of de uitbreiding van een bestaande inrichting. Dit verschil was cruciaal omdat het Horecagebiedsplan wel toestaat dat bestaande inrichtingen uitbreiden, maar geen nieuwe inrichtingen in het gebied toelaat.
De beslissing van de rechtbank.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank ten onrechte de uitleg van het Horecagebiedsplan baseerde op de definitie van een inrichting volgens de Drank- en Horecawet, terwijl deze niet van toepassing was op daghoreca waar geen alcohol wordt geschonken. De Raad van State concludeerde dat er geen sprake was van een nieuwe inrichting aan de Jonker Fransstraat 90a, maar van een uitbreiding van de bestaande tearoom aan de Jonker Fransstraat 88a. Dit paste binnen de kaders van het Horecagebiedsplan, dat uitbreiding van bestaande inrichtingen toestaat.
Het hoger beroep van het college werd gegrond verklaard, en de besluiten van de rechtbank werden vernietigd. De Raad van State oordeelde dat de omgevingsvergunning terecht was verleend door het college, omdat het Horecagebiedsplan de uitbreiding van bestaande inrichtingen toestaat, zelfs als dat betekent dat de vloeroppervlakte wordt uitgebreid met die van een naastgelegen pand. De VvE’s incidentele hoger beroep werd ongegrond verklaard. Hiermee werd de beslissing van de rechtbank om de vergunning te weigeren ongedaan gemaakt en werd de uitbreiding van de tearoom toegestaan.
Deze beslissing betekent dat Taste of Heaven B.V. haar tearoom mag uitbreiden naar het naastgelegen pand, in overeenstemming met de oorspronkelijke omgevingsvergunning van het college. De Raad van State benadrukte dat het belangrijk is om bij het uitleggen van beleidsplannen rekening te houden met de context en de specifieke kenmerken van de situatie, zoals het type horecagelegenheid en de ruimtelijke impact daarvan.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.