De zaak in het kort
In deze zaak behandelt de Raad van State een beroep van [appellant], die bezwaar maakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel om een wijzigingsplan vast te stellen. Dit wijzigingsplan maakt de bouw van een vrijstaande woning mogelijk op het achtererfgebied van een woonperceel in Ammerzoden. [appellant], die naast het betreffende perceel woont, kan zich niet verenigen met het wijzigingsplan en heeft beroep ingesteld tegen het besluit. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het beroep echter ongegrond verklaard.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 28 maart 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel een wijzigingsplan vastgesteld dat voorziet in de bouw van een vrijstaande woning op een perceel in Ammerzoden. Dit perceel, oorspronkelijk onderdeel van een ander woonperceel, is afgesplitst en heeft een nieuwe adresaanduiding gekregen. [partij A] en [partij B] zijn de eigenaars van het nieuwe perceel, en de woning is inmiddels al gerealiseerd. [appellant], die naast het perceel woont, heeft bezwaar tegen het plan omdat hij vreest voor een negatieve invloed op zijn woon- en leefomgeving.
Tijdens het proces heeft [appellant] verschillende argumenten aangevoerd, zoals de aantasting van zijn privacy, mogelijke geluidsoverlast en een vermeende strijdigheid met het stedenbouwkundig beeld en het woningbouwprogramma van de gemeente. Het college heeft deze bezwaren weersproken en heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 10 maart 2025 zijn de argumenten uitgebreid besproken.
Een belangrijk aspect in de zaak is het overgangsrecht met betrekking tot de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 in werking is getreden. Omdat het ontwerpwijzigingsplan al vóór deze datum ter inzage is gelegd, blijft het oude recht van toepassing op deze procedure.
De beslissing van de rechtbank.
De Raad van State heeft het beroep van [appellant] ongegrond verklaard en het besluit van het college om het wijzigingsplan vast te stellen, gehandhaafd. Het oordeel is gebaseerd op verschillende overwegingen:
1. **Woningbouwprogramma:** De Raad van State oordeelde dat de woningbouw binnen het wijzigingsplan past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma. Het programma reserveert woningen voor diverse initiatieven, en de Raad zag geen reden waarom dit specifieke plan daar niet onder zou vallen.
2. **Stedenbouwkundig passend:** Het wijzigingsplan voldoet aan de stedenbouwkundige eisen. De Raad vond dat het college voldoende rekening had gehouden met de stedenbouwkundige adviezen, zoals de positionering en de grootte van de bebouwing.
3. **Effect op aangrenzende waarden en belangen:** De Raad concludeerde dat de belangen van [appellant], zoals privacy en geluidsoverlast, niet onevenredig worden geschaad door het wijzigingsplan. De bestaande regels voor bijgebouwen en aan- en uitbouwen blijven van toepassing, waardoor er geen nieuwe belastende situaties ontstaan voor [appellant].
4. **Nadere eisen en antidubbelregel:** Het wijzigingsplan doet geen afbreuk aan de bestaande nadere eisen en de antidubbelregel zoals opgenomen in de bestemmingsplanregels. De wijzigingsvoorwaarden blijven onverkort van toepassing.
5. **Overige bezwaren:** [appellant]’s overige bezwaren, zoals vermeende strijdigheid met de kernopgaven van de Omgevingsvisie Bommelerwaard, werden door de Raad ongegrond verklaard. De enkele afname van onbebouwd oppervlak werd niet gezien als strijdig met de algemene kernopgaven.
Concluderend oordeelde de Raad van State dat het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel binnen de grenzen van zijn bevoegdheid heeft gehandeld en dat er geen juridische grond is om het wijzigingsplan te vernietigen. Daarom is het beroep van [appellant] afgewezen en hoeft het college geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is definitief en gepubliceerd op 25 juni 2025.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.