De zaak in het kort
De Raad van State heeft op 30 juli 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep over de omgevingsvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had verleend aan Haxpema Holding B.V. voor de herontwikkeling van panden aan de Halvemaansteeg en Amstel in het centrum van Amsterdam. Verschillende partijen, waaronder de Vereniging van Eigenaars (VvE) [locatie 3], de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB), en enkele individuele appellant-bewoners, hadden bezwaar gemaakt tegen de vergunning, die voorziet in de sloop, nieuwbouw en herbestemming van panden tot horeca, een culturele club en woningen. De rechtbank had hun bezwaren eerder ongegrond verklaard, waarna de betrokkenen hoger beroep instelden.
Het verloop van het proces en de feiten
Op 21 januari 2022 verleende het Amsterdamse college een omgevingsvergunning aan Haxpema Holding B.V. voor het bouwen van cafés, een culturele club en woningen op de genoemde locaties. De tegenstanders van het project, waaronder de VvE [locatie 3], VVAB, en enkele individuen, voerden aan dat het project in strijd was met het bestemmingsplan “Zuidelijke binnenstad” en de Structuurvisie Amsterdam 2040. Ze maakten bezwaar tegen de ondergrondse bebouwing en de verwachte overlast van bezoekers aan de horeca en culturele faciliteiten.
De rechtbank Amsterdam oordeelde op 24 juli 2023 dat de bezwaren ongegrond waren en dat de omgevingsvergunning terecht was verleend. Tegen deze uitspraak gingen de tegenstanders in hoger beroep bij de Raad van State. Tijdens de zitting bij de Raad van State zijn nadere stukken ingediend door alle partijen, en er vond een uitgebreide behandeling plaats.
Een belangrijk punt van geschil was de ondergrondse bebouwing, die volgens de tegenstanders niet in overeenstemming was met een goede ruimtelijke ordening. Ze voerden aan dat de aanleg van kelders zou kunnen leiden tot schade aan de funderingen van omliggende panden, en ze betwistten de aannames over de grondwaterneutraliteit van het project. De rechtbank had echter geoordeeld dat de verstrekte gegevens voldoende waren om aan te nemen dat de bouwactiviteiten voldeden aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 en dat de kelders grondwaterneutraal konden worden aangelegd.
Een ander punt van zorg was de impact van het project op het woon- en leefklimaat van omwonenden, met name wat betreft bezonning, uitzicht en privacy. De bezonningsstudies lieten zien dat er een aanzienlijke afname van zonlicht zou zijn voor sommige appartementen, maar de rechtbank oordeelde dat deze vermindering in een stedelijke omgeving als Amsterdam acceptabel was.
Verder betoogden de tegenstanders dat de parkeeroplossingen voor fietsen ontoereikend zouden zijn, wat zou leiden tot overlast in de omgeving. Het college had echter aangegeven dat er voldoende nieuwe fietsparkeerplaatsen zouden worden gerealiseerd en dat bezoekers van de culturele club konden parkeren in de nabijgelegen Kalvertoren.
De beslissing van de rechtbank
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de omgevingsvergunning rechtmatig was verleend. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de vergunningaanvraag voldoende informatie bevatte om aan te nemen dat de bouwactiviteiten voldeden aan de wettelijke eisen en dat de projectontwikkeling geen onevenredige nadelige gevolgen zou hebben voor de omgeving.
De Raad van State benadrukte dat het college voldoende maatregelen had getroffen om de risico’s van schade aan omliggende panden te beperken en dat het project in overeenstemming was met een goede ruimtelijke ordening. De aangevoerde bezwaren over bezonning, privacy en fietsparkeren werden niet voldoende geacht om de vergunning te weigeren. Het college had naar het oordeel van de Raad van State een zorgvuldige belangenafweging gemaakt tussen de verschillende betrokken belangen.
De hoger beroepen van de tegenstanders werden ongegrond verklaard, en de omgevingsvergunning voor de herontwikkeling van de panden aan de Halvemaansteeg en Amstel bleef in stand. De Raad van State wees erop dat enige hinder door veranderingen in een hoogstedelijke omgeving onvermijdelijk is, maar dat deze binnen de aanvaardbare grenzen bleef. Het college hoefde geen proceskosten te vergoeden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.