De zaak in het kort
Op 20 juli 2023 heeft de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan “Klaprozenbuurt 2” vastgesteld. Dit plan is onderdeel van een bredere strategie om de stad te verdichten en 50.000 woningen te bouwen in het kader van Koers 2025. Het projectgebied, gelegen aan de Noordelijke IJ-oever, is momenteel een bedrijventerrein dat getransformeerd moet worden naar een gemengde stadsbuurt met ruimte voor wonen, werken en voorzieningen. De herziening van het plan beoogt enkele knelpunten van het vorige plan op te lossen, zoals het aantal woningen en de flexibiliteit bij het inpassen van economische functies. Unicorn Real Estate, Unidentified Amsterdam Objects en Bun Vastgoed, die betrokken zijn bij de herontwikkeling, betogen dat het plan niet voorziet in de overeengekomen bouwmogelijkheden. Zij hebben beroep aangetekend tegen het besluit van de gemeenteraad. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en een tussenuitspraak gedaan.
Het verloop van het proces en de feiten
De gemeente Amsterdam wil het gebied Klaprozenbuurt transformeren naar een gemengde stadsbuurt om te voldoen aan de grote vraag naar woningen. Het bestemmingsplan uit 2021 was al gericht op deze transformatie, maar het nieuwe plan uit 2023 moet enkele knelpunten oplossen. Unicorn, UAO en Bun, als grondeigenaren en pachters, willen de herontwikkeling uitvoeren, maar stellen dat het plan geen rekening houdt met hun bouwmogelijkheden, die eerder waren overeengekomen. Zij streven naar specifieke bouwmogelijkheden die tijdens de bestemmingsplanprocedure zijn ingebracht, maar die niet zijn opgenomen in het definitieve plan.
De raad van Amsterdam heeft het plan vastgesteld zonder de specifieke wensen van de appellanten te integreren, omdat zij van mening waren dat de appellanten geen voldoende concrete bouwplannen hadden ingediend op het moment van vaststelling. Er zijn nog geen volledige aanvragen voor omgevingsvergunningen ingediend, en er worden nog gesprekken gevoerd over de uitvoerbaarheid van de plannen. De raad heeft daarom gekozen voor een generieke planregeling.
Tijdens de zitting op 7 oktober 2024 hebben Unicorn, UAO, Bun en de raad hun standpunten toegelicht. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft onderzocht of de wensen van de appellanten voldoende concreet en tijdig kenbaar waren gemaakt en of de raad op basis van de beschikbare gegevens de ruimtelijke aanvaardbaarheid kon beoordelen.
De beslissing van de rechtbank.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert dat het besluit van de raad van de gemeente Amsterdam op enkele punten onzorgvuldig is vastgesteld en onvoldoende is gemotiveerd. De raad heeft de specifieke wensen van Unicorn, UAO en Bun ten onrechte niet beoordeeld om te bezien of het plan op deze punten kon worden aangevuld. De Afdeling draagt de raad op om binnen 26 weken het besluit van 20 juli 2023 te herstellen door het besluit van een toereikende motivering te voorzien of een nieuw besluit te nemen waarbij de initiatieven alsnog bij het plan worden betrokken.
De Afdeling benadrukt dat de raad geen toepassing hoeft te geven aan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat een eventueel nieuw of gewijzigd besluit niet eerst in ontwerp ter inzage hoeft te worden gelegd. In de einduitspraak zal de Afdeling verder ingaan op het beroep van de partijen op het vertrouwensbeginsel en zal zij beslissen over de vergoeding van de proceskosten en het betaalde griffierecht.
Deze uitspraak onderstreept de noodzaak voor gemeentebesturen om bij de vaststelling van bestemmingsplannen zorgvuldig om te gaan met de belangen en initiatieven van betrokken partijen, vooral wanneer er concrete plannen zijn die de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van een gebied kunnen beïnvloeden. De zaak toont ook de complexiteit van het proces van stadsontwikkeling, waarbij verschillende belangen en plannen op een zorgvuldige manier tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.