De zaak in het kort
In deze juridische kwestie draait het om de vraag of de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die is ontstaan als gevolg van een brand tijdens dakdekkerswerkzaamheden op een bedrijfsverzamelgebouw. De rechtbank moest beslissen of de gedaagden aansprakelijk zijn voor de schade en of de tweede gedaagde de eerste moet vrijwaren voor de verplichtingen waartoe de eerste in de hoofdzaak wordt veroordeeld. De rechtbank heeft beide vragen bevestigend beantwoord en de vorderingen in zowel de hoofdzaak als de vrijwaringszaak toegewezen.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met de ontvangst van een dagvaarding door de betrokken partijen. In de hoofdzaak was de centrale vraag of de gedaagden, namelijk [gedaagde 1] B.V. en [gedaagde 2] B.V., hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [eiseres 1] c.s. hebben geleden door een brand op het dak van het bedrijfsverzamelgebouw. Deze brand ontstond tijdens dakdekkerswerkzaamheden door medewerkers van [gedaagde 2] B.V. De vrijwaringszaak richtte zich op de vraag of [gedaagde 2] [gedaagde 1] moet vrijwaren voor alles waartoe [gedaagde 1] in de hoofdzaak wordt veroordeeld.
In 2021 bouwde [gedaagde 1] een bedrijfsverzamelgebouw, waarbij [gedaagde 2] de dakwerkzaamheden uitvoerde. [eiseres 1] c.s. werden eigenaren van bedrijfsunits in dat pand. In januari 2023 constateerde de brandweer dat er aanvullende werkzaamheden nodig waren aan het dak voor brandveiligheid, waarna [gedaagde 1] [gedaagde 2] benaderde om deze uit te voeren. Tijdens de werkzaamheden op 3 april 2023 ontstond er brand, nadat de dakdekkers het dak hadden verlaten. De exacte oorzaak van de brand kon niet precies worden vastgesteld, hoewel verschillende rapporten wezen op de hete lucht föhn als mogelijke oorzaak.
Na de brand stelden [eiseres 1] c.s. de gedaagden aansprakelijk voor de schade, maar de aansprakelijkheidsverzekeraar van [gedaagde 2] weigerde aansprakelijkheid te erkennen. Vervolgens is de zaak aan de rechtbank voorgelegd, waarbij de rechtbank moest beslissen over de aansprakelijkheid van de gedaagden en de vrijwaringsplicht van [gedaagde 2].
De beslissing van de rechtbank
De rechtbank heeft geoordeeld dat beide gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van [eiseres 1] c.s. De rechtbank baseerde haar besluit op het feit dat de dakdekkers van [gedaagde 2] veiligheidsnormen hadden geschonden door de hete lucht föhn onbeheerd achter te laten, wat in strijd was met de voorzorgsmaatregelen die zij hadden moeten nemen. Ondanks dat de exacte oorzaak van de brand niet kon worden vastgesteld, achtte de rechtbank het aannemelijk dat de hete lucht föhn de brand heeft veroorzaakt.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat [gedaagde 1] ook aansprakelijk is voor de schade op basis van artikel 6:171 BW, omdat de dakdekkers van [gedaagde 2] werkzaamheden in opdracht van [gedaagde 1] uitvoerden. Dit betekent dat [gedaagde 1] ook aansprakelijk is voor de fouten van [gedaagde 2].
In de vrijwaringszaak stelde de rechtbank dat [gedaagde 2] [gedaagde 1] moet vrijwaren voor alle verplichtingen waartoe [gedaagde 1] in de hoofdzaak is veroordeeld. Dit komt doordat [gedaagde 2] heeft erkend dat zij aansprakelijk is voor de schade en de vrijwaring daarom gerechtvaardigd is.
De rechtbank veroordeelde de gedaagden tot het betalen van de proceskosten van [eiseres 1] c.s., die werden begroot op € 2.201,15. De gedaagden zijn hoofdelijk aansprakelijk, wat betekent dat beide gedaagden kunnen worden gedwongen het gehele bedrag te betalen, waarbij als de één betaalt, de ander dat niet meer hoeft te doen.
In de vrijwaringszaak werd [gedaagde 2] veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van [gedaagde 1], die werden begroot op € 889,37. Ook werd [gedaagde 2] veroordeeld tot het betalen van de wettelijke rente over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen zijn betaald.
Het vonnis is in beide zaken uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uitspraak direct kan worden uitgevoerd, ook als er eventueel hoger beroep wordt aangetekend. De rechtbank heeft met deze uitspraak duidelijk gemaakt dat zowel de hoofdaannemer als de onderaannemer aansprakelijk zijn voor de schade die is veroorzaakt door het niet naleven van veiligheidsvoorschriften tijdens werkzaamheden.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.