De zaak in het kort
De zaak betreft een juridische procedure bij de rechtbank Rotterdam waarin JV Projects Holding B.V., gevestigd in Capelle aan den IJssel, de eiser is in conventie en verweerster in reconventie. De gedaagde partij in conventie, tevens eiseres in reconventie, is [gedaagde] B.V. De kern van de zaak draait om een verzoek van JV Projects om een derde partij, de Vereniging van Eigenaren (VVE), in vrijwaring op te roepen in de reconventie. Dit verzoek wordt gedaan omdat JV Projects van mening is dat de VVE mogelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor enige schade die zou kunnen voortvloeien uit de hoofdzaak.
Het verloop van het proces en de feiten
De procedure begon met een dagvaarding die op 24 mei 2024 werd uitgebracht, waarbij JV Projects als eiseres optrad. Deze dagvaarding omvatte een reeks bijlagen die als bewijs dienden. Naar aanleiding van de dagvaarding is er een eis tot nietigverklaring of niet-ontvankelijkheid van de dagvaarding ingediend door de tegenpartij. Dit resulteerde in een vonnis in het incident op 13 september 2024.
In de hoofdzaak heeft [gedaagde] B.V. een antwoord gegeven en een tegenvordering ingediend, waarbij ook bijlagen werden toegevoegd. Vervolgens heeft JV Projects een incident ingesteld om de VVE in vrijwaring op te roepen. Dit processtuk bevatte eveneens een reeks bijlagen. De rolbeslissing van 21 februari 2025 gaf aan hoe de procedure verder zou verlopen, waarna beide partijen hun standpunten verder konden toelichten.
De kern van het incident was het verzoek van JV Projects aan de rechtbank om toestemming te krijgen de VVE in vrijwaring op te roepen. Dit verzoek is gedaan onder verwijzing naar artikel 210 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat de mogelijkheid biedt om derden in een procedure te betrekken als vrijwaringspartij. [gedaagde] B.V. maakte geen bezwaar tegen dit verzoek, conform artikel 232 lid 2 Rv, wat de weg vrijmaakte voor de rechter om een beslissing te nemen.
De beslissing van de rechtbank.
De kantonrechter van de rechtbank Rotterdam heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en een beslissing genomen over zowel het incident als de hoofdzaak. Ten aanzien van het incident heeft de kantonrechter JV Projects toestemming gegeven om de VVE in vrijwaring op te roepen voor de rolzitting van 23 juli 2025. De rechter achtte het verzoek van JV Projects voldoende onderbouwd en er was geen bezwaar van de zijde van [gedaagde] B.V.
Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten dragen. Dit betekent dat er geen kostenveroordeling in het incident is uitgesproken, waardoor beide partijen geen vergoeding hoeven te betalen voor de juridische kosten die in het incident zijn gemaakt.
In de hoofdzaak is bepaald dat JV Projects op de rolzitting van 23 juli 2025 mag reageren op de eis in reconventie van [gedaagde] B.V. Dit biedt JV Projects de gelegenheid om haar standpunt nader toe te lichten en eventueel verweer te voeren tegen de tegenvordering van [gedaagde] B.V. Verdere beslissingen in de hoofdzaak zijn aangehouden, wat betekent dat de procedure op een later moment wordt voortgezet en er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke geschilpunten tussen partijen.
De uitspraak is in het openbaar uitgesproken door de kantonrechter mr. S.H. Poiesz, wat gebruikelijk is in het Nederlandse rechtssysteem om de transparantie van de rechtspraak te waarborgen. De zaak blijft in behandeling en zal bij de volgende zitting verder worden behandeld, waarbij de rechtbank zich zal buigen over de inhoudelijke aspecten van de vorderingen en verweren van beide partijen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.




