De zaak in het kort
De juridische kwestie tussen [appellante], een inwoner van [woonplaats1], en de Vereniging van Eigenaars Appartementen Hooge Rijn (hierna de VvE), die is gevestigd in Hoogeveen, draait om een geschil over de veiligheid en geluidsnormen van een technische installatie, specifiek een airco. Dit geschil werd eerder behandeld door de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, waar [appellante] als eiseres en de VvE als gedaagde optraden. Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hof heeft op 1 juli 2025 een tussenarrest uitgesproken, waarbij partijen de gelegenheid krijgen voor verdere akten, met als doel mogelijk tot een gezamenlijke oplossing te komen.
Het verloop van het proces en de feiten
Het geschil begon met vonnissen die door de kantonrechter werden uitgesproken op 22 november 2022 en 4 april 2023. [appellante] en de VvE hebben beiden hoger beroep ingesteld tegen deze vonnissen. Tijdens een zitting op 13 december 2024 bij het hof, probeerden de partijen alsnog tot een overeenkomst te komen. Er werden afspraken gemaakt dat [appellante] onderzoek zou doen naar de veiligheid van de technische installatie, terwijl de VvE zou laten onderzoeken of de airco-installatie aan de geluidsnormen voldoet. De partijen moesten uiterlijk 1 april 2025 laten weten of de kwestie in der minne kon worden geschikt of dat er verder geprocedeerd moest worden.
Ondanks de inspanningen van beide partijen, bleek uit de correspondentie van hun advocaten dat het geschil niet op tijd in onderling overleg kon worden opgelost. Daarom besloot het hof op 1 en 15 april 2025 dat beide partijen een akte en een antwoordakte mochten indienen om hun standpunten verder te verduidelijken. [appellante] vroeg het hof om de kwestie nog enkele maanden aan te houden om het technisch onderzoek te voltooien, terwijl de VvE aanvankelijk om een arrest vroeg. Later verzocht de VvE ook om de beslissing aan te houden totdat het definitieve rapport van het geluidsonderzoek beschikbaar is, wat naar verwachting op korte termijn zou zijn.
De beslissing van de rechtbank
Het gerechtshof heeft besloten dat de ter zitting gemaakte afspraken, die gericht waren op het vinden van een minnelijke regeling met behulp van technische onderzoeken, nog enige tijd voortgezet mogen worden. Het hof geeft beide partijen de gelegenheid om op de rol van 16 september 2025 te berichten of er overeenstemming is bereikt en de zaak kan worden doorgehaald. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, kunnen beide partijen op die datum een akte indienen waarin ze ingaan op de ontwikkelingen sinds de mondelinge behandeling op 13 december 2024. Deze ontwikkelingen moeten relevant zijn voor de beoordeling van de grieven en de ingestelde vorderingen.
Partijen kunnen bij deze gelegenheid ook nieuwe stukken indienen die van belang zijn voor het geschil. Nadat beide partijen een akte hebben genomen, krijgen ze de gelegenheid om ook op elkaars akte te reageren. Het hof houdt verdere beslissingen aan totdat deze stappen zijn voltooid.
Deze tussenarrest is uitgesproken door de rechters mrs. A.A.J. Smelt, D.H. de Witte en M. Wolters, en werd door de rolraadsheer in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2025. Het hof benadrukt dat het de partijen de tijd en ruimte wil geven om, indien mogelijk, tot een gezamenlijke oplossing te komen, maar houdt de procedure open om, indien nodig, verdere juridische stappen te overwegen.
Lees de originele uitspraak hier.
Disclaimer: Deze samenvatting is automatisch gegenereerd en kan daardoor fouten bevatten.
Raadpleeg altijd de originele uitspraak.